Todd Hoefen, een geofysicus van de US Geological Survey, heeft op Mars het groenige mineraal olivijn gevonden. Het materiaal komt voor in de miljarden jaren oude Nili Fossae-regio en reageert heel makkelijk met water. Als het met vloeibaar water in contact komt, wordt het omgezet in allerlei andere materialen, zoals het rode hematiet (dat Mars zijn rode kleur geeft) en bijvoorbeeld goethiet en smectiet. Op hematiet na zijn geen van de olivijn-producten op het Mars-oppervlak te vinden. Dat wijst erop dat er sinds de vorming van Nili Fossae geen vloeibaar water meer voorkomt op Mars.

Hoefen’s team deed zijn onderzoek aan de regio Nili Fossae, vlak bij het Isidis-bassin. Daar sloeg zo’n 3 miljard jaar geleden een komeet of planetoïde in. De schok vormde vlakbij een regio met scheuren en verzakkingen: Nili Fossae. In die regio vonden de onderzoekers een olivijn-rijk gebied van 30.000 km² groot. Dé vraag die nu beantwoord moet worden, is: hoe lang ligt het olivijn al aan de oppervlakte? Als het, zoals waarschijnlijk is, bloot kwam te liggen tijdens de vorming van Nili Fossae, kent Mars als miljarden jaren geen stromend water meer. Maar een andere, minder waarschijnlijke optie, is dat het mineraal pas later naar het oppervlak werd gestuwd door processen in het binnenste van Mars.

Hoefen en zijn team deden hun onderzoek met de Thermal Emission Spectrometer, een van de instrumenten aan boord van NASA’s Mars Global Surveyor (MGS). Deze satelliet beweegt zich al sinds 1997 in een baan om Mars en wordt gebruikt om allerlei metingen aan de planeet te doen. Met de Mars Global Surveyor werd in februari 2003 al aangetoond dat er genoeg water op Mars is om de planeet onder een waterlaag van 20 cm. diep te zetten. Het water is als ijs onder de grond opgeslagen.