Je leest:

Afval: we kúnnen het opruimen

Afval: we kúnnen het opruimen

Auteur: | 27 januari 2014

Ons afval dreigt ons te verstikken. Zelfs de mooiste plekjes op aarde zijn bezaaid met plastic. Gelukkig nemen wereldwijd mensen initiatieven om de afvalberg te verminderen.

Dit ingekorte artikel maakt deel uit van het lustrumblog dat de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit ter ere van haar vijftigjarig bestaan heeft opgezet. Wekelijks bloggen wetenschappers over een actueel onderwerp dat te maken heeft met het lustrumthema ‘Maatschappij in de maak’.

Toen afgelopen december de vuilnislieden in Madrid staakten, werd de stad snel onleefbaar. Wie in de Himalayas – zuivere lucht, sneeuwwitte bergtoppen, kristalhelder smeltwater – wandelt, volgt een spoor van afval. Jaarlijks laten bergbeklimmers 33.000 kg aan lege flessen op de Mount Everest slingeren en de basiskampen van de bergbeklimmers zijn amper te onderscheiden van een vuilnisbelt. In Kuta Beach, de bekendste badplaats van paradijselijk Bali (Indonesië), spoelt met elke vloed een nieuwe hoeveelheid zwerfvuil op het strand.

Waar komt al dit afval vandaan? Daar zijn meerdere antwoorden op mogelijk. De een zal wijzen op de noodzaak die is ingebouwd in ons kapitalistische systeem om telkens meer te produceren (en dus te consumeren). Een ander kijkt naar de aarde als een groot ecosysteem, waarvan het evenwicht verstoord is. Antropologen ontwikkelen hun eigen analyses van de milieuproblemen. Zij proberen te begrijpen hoe de betrokken mensen zelf tegen de situatie aankijken en of – en wanneer – mensen er wat aan willen doen.

Zwerfafval op het strand van Kuta, Indonesië.

Wie is verantwoordelijk?

Masterstudent Antropologie Tim Faassen bestudeert het afval op het strand in Kuta. Hier lijkt het grootste probleem te zijn dat niemand zich verantwoordelijk voelt voor het probleem en dat er dus weinig mensen zijn die het voortouw willen nemen om het zwerfafval tegen te gaan.

Wat ook meespeelt, is dat zo’n dertig jaar geleden er vooral organisch afval werd geproduceerd; voedsel werd bijvoorbeeld verpakt in bananenblad en niet in plastic. Bestaande lokale manieren om met afval om te gaan, bijvoorbeeld dumpen, waren wel geschikt voor organisch afval, maar niet voor de nieuwe vormen van afval (zoals plastic en batterijen). Het plastic afval spoelt uiteindelijk op het strand aan en brengt daarmee een van de grootste attracties van de toerisme-industrie op Bali in gevaar.

Dat iemand zich verantwoordelijk voelt, of ‘eigenaar’ van het probleem is, is cruciaal om er iets aan te doen. Zelf doe ik ook onderzoek naar milieuproblemen in Indonesië, in Surabaya. Deze miljoenenstad is verbluffend schoon. Een van de meest opgeruimde wijken van Surabaya is Margorukun, een wijk die hoge ogen gooit bij de jaarlijkse, door de gemeente en Unilever uitgeschreven wedstrijd Surabaya green and clean (ofwel,‘Surabaya groen en schoon’). Bezoekers uit binnen- en buitenland komen naar de wijk, om te zien hoe de bewoners dat klaarspelen.

Surabaya is een verbluffend schone miljoenenstad op Java, Indonesië.

Bewoners van Margorukun splitsen afval in huis en brengen gezamenlijk het plastic, ijzer en papier weg naar opkopers van recyclebare materialen. Van GFT-afval maken ze zelf compost, waarmee ze planten opkweken die de enige straat waar de wijk uit bestaat opfleuren. En passant zorgen de hoog opgeschoten planten voor een koeler klimaat in de anders bijna ondraaglijk hete straat.

Een duurzaam motief om op te ruimen

Hoe de wijk Margorukun de straat schoonhoudt lijkt een verhaal bijna te mooi om waar te zijn. Heeft er nooit iemand genoeg van en is er niemand die verzaakt bij deze groepsactiviteit? Na herhaaldelijk bezoek aan de wijk, wordt me langzaam duidelijk dat het helemaal geen probleem wordt gevonden dat niet iedereen in de wijk meehelpt.

Het mannelijk wijkhoofd en zijn team van een twintigtal vrouwen, houden het werk juist angstvallig in eigen handen en willen helemaal niet dat anderen er zich fanatiek voor inzetten. De reden? Deze kleine groep verdient op allerlei wijzen aan de schoonmaakactiviteiten en het schone imago van de wijk. Bijvoorbeeld door zich als managers van het recycle-programma een percentage te gunnen van de verkoop van afval of door te verdienen aan de stroom bezoekers.

Pemulung, Indonesische vuilsplitsers, op een vuilstortplaats in Surabaya.

Dat mensen niet uit idealisme afval opruimen, maar uit winstbejag hoeft helemaal geen probleem te zijn. Financieel eigenbelang is waarschijnlijk een duurzamer motief om afval op te ruimen dan goede voornemens en zorg om het milieu. De kracht van het eigen belang blijkt ook wanneer we de stromen afval door de stad volgen. Het afval legt in Surabaya een oneindig complexer route af dan in het Nederlandse model van ‘consument zet afval op straat, vuilnisophaaldienst brengt het weg naar een verwerkingsplaats’.

Wie slim is, verdient aan afval

In Surabaya (en andere Indonesische steden) kan men in elke straat, op elk moment van de dag iemand zien die bezig is met het sorteren van afval en verzamelen van wat bruikbaar is, waarbij zogenaame waste pickers (vuilsplitsers, of pemulung in het Indonesisch) zich specialiseren in een of enkele producten, zoals karton, of plastic bekertjes. Wie op de juiste plaats inhaakt in de route die het afval naar de gemeentelijke stortplaats aflegt kan door het uitzoeken en verkopen van recyclebaar afval een inkomen verdienen gelijk aan dat van een jonge docent op de universiteit.

Catadores, in het Braziliaanse Lauro de Freitas, scheiden afval.

Masterstudent Martina Morbidini doet onderzoek bij de waste pickers in Belo Horizonte (Brazilië), die daar catadores genoemd worden. In tegenstelling tot Indonesië, waar de burgerij letterlijk en figuurlijk de neus ophaalt voor de waste pickers, kunnen de catadores bij een deel van de Braziliaanse middenklasse op respect rekenen. Gevoed door opvattingen van de mondiale milieubeweging krijgt de middenklasse oog voor het nuttige werk van de vuilsplitsers.

Een kunstenaarscollectief in São Paulo bijvoorbeeld, beschildert de karretjes waarmee de catadores door de straten gaan met eco-plaatjes en provocerende uitspraken als “um catador faz mais do que um ministro do meio ambiente” (een catador doet meer dan een minister van milieu).

Voor Martina is het de vraag of de catadores zich bewust zijn van hun groene imago en de terminologie van de mondiale milieubeweging gebruiken om hun zwakke sociaal-economische positie te versterken. Als dat lukt, wordt de lage status van het werk als catador gecompenseerd door de hoge status van ‘milieuheld’ en mogen we erop hopen dat er ook bij de snel stijgende welvaart in Brazilië mensen zullen blijven die als catador willen werken.

Floor gaat verder dan Tim, Martina en ikzelf met de beproefde antropologische methode van participerende observatie: onderzoek doen door mee te doen. Waarom doen dumpster divers dit, hoe reageert hun omgeving erop? Volg de belevingen van Floor via haar blog.

Dumpster diven: afval eten

We hoeven niet naar het andere eind van de wereld om te zien hoe mensen met afval omgaan. Bachelorstudent Floor Hoonhout doet in Amsterdam onderzoek naar dumpster divers. Dumpster divers zijn mensen die producten die ‘over tijd zijn’ uit de afvalcontainers van supermarkten vissen om alsnog te gebruiken. Afval wordt weer eten. Dumpster diven kan ook aan het eind van een marktdag, wanneer onverkochte groente en fruit door de marktkooplieden weggegooid worden.

Resultaat van eenmaal dumpster diven, ofwel goed eten uit afvalbakken vissen, in de Amerikaanse staat Californië.

Hoewel dumpster diven een nieuwe variant is op het aloude ‘proletarisch winkelen’, lijkt juist hier idealisme een relatief grote rol te spelen. Over het algemeen wijzen de gegeven voorbeelden daarentegen in de richting van eigen belang als de belangrijkste drijfveer om iets aan het afvalprobleem te doen. Dat direct gewin een rol speelt bij het verminderen van de afvalberg is op de lange termijn alleen maar een geruststellende gedachte. Zo kunnen we wat aan het afvalprobleem doen.

Freek Colombijn is als universitair hoofddocent verbonden aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Op Standplaatswereld verschenen verschillende blogs van zijn hand.

Dit artikel is een publicatie van Faculteit Sociale Wetenschappen (VU Amsterdam).
© Faculteit Sociale Wetenschappen (VU Amsterdam), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 27 januari 2014

Discussieer mee

0

Vragen, opmerkingen of bijdragen over dit artikel of het onderwerp? Neem deel aan de discussie.

NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.