Je leest:

‘Afrika heeft wel degelijk baat bij ijzer’

‘Afrika heeft wel degelijk baat bij ijzer’

Auteur: | 24 augustus 2002

Het toedienen van ijzersupplementen bevordert malaria niet, ontdekte Hans Verhoef. Gelukkig.

Er begint nu consensus te ontstaan dat de soep niet zo heet wordt gegeten als die wordt opgediend’, zegt dr. Hans Verhoef van de afdeling Humane voeding en epidemiologie van Wageningen Universiteit. Het toedienen van ijzersupplementen aan jonge kinderen in ontwikkelingslanden heeft nauwelijks schadelijke effecten terwijl het extra ijzer bloedarmoede vermindert. Dat schrijft Verhoef in een advance online publicatie in The Lancet van 19 augustus.

Verhoefs onderzoek komt voort uit een controverse in ontwikkelingslanden. Kinderen in ontwikkelingslanden eten weinig vlees en leven op een dieet van vooral granen. Het ijzergebrek dat daardoor ontstaat, leidt tot bloedarmoede. Kinderen met chronische bloedarmoede krijgen te maken met moeheid en een achterblijvende geestelijke ontwikkeling. Het lijkt dan ook logisch om in arme landen gul ijzerpreparaten uit te delen.

Malaria

Verschillende onderzoeken – volgens Verhoef overigens veelal ‘krakkemikkig’ van opzet – hebben gesuggereerd dat het geven van extra ijzer niet alleen de kinderen in arme landen helpt maar ook de daar alom aanwezige malaria-parasiet. Deze ziekteverwekker brengt een deel van zijn parasitaire cyclus in menselijke rode bloedcellen door. Meer ijzer, meer hemoglobine en rode bloedcellen, meer malariaparasieten. Gevolg: de kinderen krijgen malaria-aanvallen door de ijzersupplementen.

In de publicatie in The Lancet ontkracht Verhoef deze redenering. Hij onderzocht of bloedarmoede het gevolg is van een ijzertekort of van een nog niet zichtbare malaria-infectie. In het onderzoek deelde hij meer dan driehonderd Keniaanse kinderen van twee tot 36 maanden oud met milde bloedarmoede in vier groepen in. De kinderen kregen gedurende twaalf weken ofwel ijzerpreparaten en een antimalariamiddel, of alleen ijzerpreparaten, of alleen het antimalariamiddel of slechts een placebo.

De resultaten zijn hoopgevend. Het toedienen van ijzer vermindert – naar verwachting – de bloedarmoede. Het antimalariamiddel sulfadoxine-pyrimethamine beschermt enigszins tegen malaria, maar het middel doet weinig tegen bloedarmoede. De combinatie van beide behandelingen voegt niets toe. En, last but not least, het toedienen van ijzer leidt niet of nauwelijks tot meer malaria.

Kwetsbare kinderen

‘Het bijzondere aan dit onderzoek is dat het zich richt op kinderen van een kwetsbare leeftijd’, legt Verhoef uit. ’In gebieden waar malaria veel voorkomt hebben pasgeboren kinderen antilichamen tegen de ziekte in hun bloed, die hebben ze van hun moeder gekregen. Na enkele maanden zijn die antilichamen verdwenen en staat het kind er alleen voor. Dan komt de klap en sterven er veel kinderen aan malaria. Uit dit onderzoek blijkt dat ook die kwetsbare kinderen geen last hebben van de ijzersupplementen maar dat de voordelen ruimschoots opwegen tegen de nadelen.

’ De wereldgezondheidsorganisatie WHO ziet nog een andere positieve uitkomst in het onderzoek: het gunstige effect van het combinatiemiddel sulfadoxine-pyrimethamine (SP). De WHO laat nu uitzoeken of SP wellicht gebruikt kan worden om op grote schaal bij jonge kinderen malaria te voorkomen. Verhoef is sceptisch. ‘Tot mijn verwondering is de WHO geinteresseerd in dit gebruik van SP. In Azië is het middel maar een paar jaar effectief geweest, inmiddels is de parasiet daar resistent. Afrika staat aan het begin van die resistentieontwikkeling. Ik vrees dat tegen de tijd dat er een goed onderbouwd programma met SP bestaat, het al niet meer werkt.’

IJzer, zink en provitamine A

Verhoef ziet zelf meer in het opzetten van supplementprogramma’s. ’Eerst moet iemand met een groter onderzoek eens en voor altijd aantonen dat het geven van ijzer veilig is, dan kunnen we daarna op grote schaal ijzer toedienen. Want de slechte geestelijke ontwikkeling van kinderen met bloedarmoede is heel erg voor Afrika.

’ Een andere methode om de voedingstoestand in Afrika te verbeteren is door gewassen te introduceren die hoge concentraties van belangrijke elementen zoals ijzer, zink en provitamine A bevatten. Verhoef: ‘Een consortium van landbouwinstituten werkt daarom aan de veredeling van belangrijke gewassen, waaronder rijst, mais, aardappelen en bonen. Armoede is de belangrijkste oorzaak van ondervoeding in Afrika, maar als we via veredelde gewassen sleutelfactoren in de voeding kunnen verbeteren, dan moeten we dat zeker doen.’

Dit artikel is een publicatie van Bionieuws.
© Bionieuws, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 24 augustus 2002
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.