Een Journaal-item over de eurocrisis in 2012; een verhaal in NRC Next over de nieuwste jeugdwerkloosheidscijfers: aan de hoeveelheid economisch nieuws om ons heen ligt het niet. Moest je het vroeger met enkele gevestigde kranten en een paar tv-kanalen doen, tegenwoordig beschikken we over een ‘wijd’ medialandschap, waartoe ook gratis kranten, een groot aantal commerciële tv zenders en internetnieuwssites behoren. En economisch nieuws is sinds de crisis ‘hot’, waardoor media momenteel relatief veel over financiële ontwikkelingen en nieuwe economische feiten berichten.

Goed op de hoogte zijn van economische ontwikkelingen is zeker belangrijk; we kunnen zelfs wel wat meer economische kennis gebruiken. Zo blijken we slechts zelden in staat een accurate schatting van de werkloosheid te geven – en weet jij wat de doelstellingen van de Europese Centrale Bank ook al weer zijn?
Tussen al dat nieuwsaanbod betrouwbaar economisch nieuws te vinden is echter niet altijd even gemakkelijk. En over nieuwsaanbod gesproken, hebben we eigenlijk wel zoveel keuze in onderwerpen of is het medialandschap de afgelopen jaren juist eentoniger geworden?
De journalistieke horde
Bioloog Patrick van Veen vergelijkt de handelaars op financiële markten met een kudde gnoes. Elke ‘gnoe’ baseert zijn activiteiten op een inschatting van het gedrag van de anderen. Hierdoor raakt op termijn het gedrag van de kudde vervreemd van de realiteit.

Economisch journalisten vertonen soms ook dergelijk kuddegedrag, deels omdat de basis van de economische journalistiek in ons land smal is: slechts weinig journalisten houden de winkel draaiende. De kudde is de afgelopen jaren uitgedund door bezuinigingen, terwijl de stroom van economische informatie toenam. Dit vergroot dit weer de kans op onvolledige economische reportages, verkeerde interpretaties van feiten en het onderling overnemen hiervan.
Hypes
Bang om een primeur te missen, rennen journalisten vaak achter elkaar aan. Het resultaat? Opmerkelijk gelijkluidende verhalen zonder kritische blik. In 2008 bijvoorbeeld schreven journalisten nog juichverhalen over de hoge rente op de spaarrekening van Icesave. ‘Een spaarrekening met weinig haken en ogen’ en ‘5,25% zonder addertjes’, viel er te lezen. Maar elke een extra hoog rendement houdt vaak extra hoge risico’s in. Behalve Walter Devenijns van het (inmiddels opgeheven) tijdschrift FEM Business onderzocht echter geen enkele journalist de risico’s. Veel Nederlanders verloren spaargeld toen de bank failliet ging als gevolg.

Kuddegedrag leidt ook geregeld tot het klakkeloos overnemen van het nieuws van de concurrent of van persvoorlichters van bedrijven en overheden. De wens om dat nieuws op waarde te schatten raakt dan ondergeschikt aan de angst om het als laatste te publiceren. Uit onderzoek in 2009 bleek dat je naar schatting een op de drie krantenartikelen vrijwel ongewijzigd bij een andere krant kon vinden; financieel-economische berichten waren hier geen uitzondering op. Er zijn geen aanwijzingen dat dit inmiddels verbeterd is.
Gebrekkige cijfer- en begripsuitleg
Een onjuiste uitleg van getallen en economische begrippen zorgt soms ook voor een verkeerde voorstelling van zaken, te binnen op begripsniveau. De taal van de economen wordt dan verkeerd toegepast. Zo staat de EMU soms voor Europese, in plaats van Economische Monetaire Unie. ‘De lopende rekening omvat het saldo van de handel en het kapitaalverkeer met het buitenland’, meldt een nieuwsbericht. Maar kapitaalverkeer staat op de financiële, niet de lopende rekening van een betalingsbalans.
Het dagblad dat meldt dat vraagtekorten leiden tot hogere prijzen maakt een fout op redeneerniveau. Zoals Het Financieele Dagblad deed op 21 maart. In een groot artikel over ‘Kostenbeheersing gezondheidszorg’ laten zeven grafiekjes de lezer zien dat de uitgaven in de zorgsector tussen 1998 en 2010 enorm zijn gestegen. Zo stegen de uitgaven aan medicijnen van € 5 miljard naar € 9,1 miljard. Maar deze vergelijking negeerde dat er in die 12 jaar ook inflatie (geldontwaarding) was. Stel dat de inflatie 2% per jaar was in deze periode. Dan is die € 9,1 miljard van 2010 eigenlijk € 7,2 miljard ‘in de koopkracht van 1998’. Een flinke relativering.

Een andere veelgemaakte fout is het publiceren van economische voorspellingen als waarheden. De Volkskrant van 21 maart 2012 kopte: ‘Zes magere jaren voor de koopkracht’. De grafiektitel herhaalde dit: ‘Zes jaar achtereen koopkrachtverlies’. Zowel de klassieke lezer die linksboven begint, als de liefhebber van plaatjes die rechtsboven de grafiek als eerste bekijkt, kregen dus als boodschap: het gaat de komende zes jaar slechter met de portemonnee. Maar het betrof hier slechts tussentijdse economische voorspellingen van het Centraal Planbureau (CPB), waarvan de trefzekerheid nog moet blijken. Ook economisch nieuws op televisie- en radio kent dergelijke fouten.
De invloed van emotie-opwekking
Door de recycling van hypes publiceren media geregeld qua inhoud dezelfde berichten. Maakt het dan eigenlijk nog uit of je een artikel leest van Het Financieele Dagblad of het Parool? Jazeker. Er is nog steeds een verschil, omdat media zich in toenemende mate van elkaar onderscheiden op het vlak van emotie en meningsvorming. De ene krant speelt bijvoorbeeld meer in op onze toenemende neiging om emoties te willen zien, dan de andere.
‘Fruit in de supermarkten smaakt naar honger’, riep De Volkskrant op 7 januari 2011. Arbeidsomstandigheden slecht bij leveranciers AH’, kopte Het Financieele Dagblad over precies hetzelfde onderwerp een dag later. De toonzetting van de Volkskrant zal eerder morele verontwaardiging opwekken. Hierdoor kunnen lezers economische feiten anders interpreteren of het zicht op onderliggende redeneringen kwijt raken.
Aan de andere kant is kwaliteit subjectief. Een RTV Oost kijker zal daar een andere opvatting over hebben dan een lezer van Elsevier. Desondanks kun je je kritische vermogens scherpen door eens een economisch bericht of item te analyseren. Met de publieksradar bijvoorbeeld.
De publieksradar

In de publieksradar kunnen economische berichten zes functies vervullen, linksboven beginnend bij het bieden van goede feiten. Als voorbeeld gebruiken we de eerder genoemde krantenberichten: ‘Fruit in de supermarkten smaakt naar honger’ (De Volkskrant) en ‘Arbeidsomstandigheden slecht bij leveranciers AH’ (Het Financieele Dagblad). Beide artikelen betreffen hetzelfde nieuwsfeit.
Het FD-artikel is feitelijk van toon en legt geen relatie met de wereld van de lezer. Vandaar de horizontaal gearceerde stip linksboven. De stip linksonder verbeeldt de hulp die het artikel geeft in de oordeelsvorming: maar weinig lezers zullen slechte arbeidsomstandigheden steunen. Het VK-artikel staat dichter bij de lezer door de link met fruit en de supermarkt. Vandaar het verticaal gearceerde vierkant links boven het midden in ‘mijn wereld’. De kop ‘Smaakt naar honger’ roept emotie op en maakt duidelijk hoe de krant vindt dat de lezer moet oordelen. Het grote vierkant links onder het midden symboliseert dat dit het zwaartepunt is in het verhaal.
Daarnaast kan de radar je helpen alerter te worden op dingen die niet worden verteld. Zo is de inzichtfunctie rechts op het scherm nog leeg voor beide artikelen. Maar waarom koopt Albert Heijn eigenlijk producten uit de betrokken landen? Voor je het weet ben je bij Ricardo’s comparatieve kostenleer beland…
Terug naar de bron
Als vensters op de economische werkelijkheid laten nieuwsberichten je slechts een deel van de werkelijkheid zien. De publieksradar kan je helpen economische berichten beter in te schatten. Maar vergeet ook niet af en toe de bron van een artikel zelf eens te bekijken. Een paar muisklikken en je leest de Miljoenennota of de persberichten van het CBS zelf. Nu maakt helemaal niemand je meer iets wijs.
Paul van der Cingel is econoom en schrijver van Economie in het nieuws (2010) en Internationale economie in het nieuws (2011). Hij doceert Business & Economics aan de Opleiding Journalistiek van Hogeschool Windesheim.
Bronnen
Van der Cingel, P. (2011), Internationale economie in het nieuws, Den Haag: Boom/Lemma. Davies, N. (2008), Flat earth news, London: Vintage. Kalshoven, F. (2005), “De smalle basis van de economische journalistiek”, in: Koninklijke Nederlandse Vereniging voor de Staathuishoudkunde, Pre-adviezen. Van Veen, P.T.H. (2009), Kuddegedrag in crisistijd, Amsterdam: Business Contact De Wolff, L. (2005), De krant was koning, Amsterdam: Bert Bakker