Weerstand tegen vaccineren is iets van alle tijden. Al in de negentiende eeuw was er weerstand tegen de pokkenvaccinatie. Ook toen waren er religieuze bezwaren, angst voor bijwerkingen en afkeuring van de leidende rol van de staat. De vaccinatiegraad in Nederland is – ondanks een lichte daling de laatste drie jaren – nog altijd ruim boven de 90 procent. Alleen voor HPV ligt deze veel lager (rond de 50 procent) en is er sprake van een sterkere daling.
Twijfelzaaiers
Er zijn gevallen beschreven van vermeende bijwerkingen na vaccinatie die het vertrouwen in het vaccin ernstig beschadigden, en waardoor het lang duurde voordat dit vertrouwen weer was hersteld. Zo verscheen er in de jaren zeventig in Engeland een rapport met een beschrijving van 36 neurologische afwijkingen na de kinkhoestvaccinatie.
Na aanhoudende televisie- en media-aandacht in Engeland hierover werd het tot dan toe succesvolle vaccinatieprogramma onderbroken. Daarbij beweerde een prominente publieke gezondheidsgeleerde, dr. Gordon Stewart, dat de beschermende werking van het vaccin marginaal was en dat het niet opwoog tegen het gevaar van vaccineren. Grote epidemieën waren het gevolg in 1977 en 1981; in 1978 waren er meer dan 68.000 meldingen van kinkhoest en 14 dodelijke slachtoffers. Het vertrouwen herstelde na publicatie van een nationale herbeoordeling van de vaccineffectiviteit.

Twintig jaar daarna in 1998, wederom in Engeland, publiceerden onderzoeker en medicus Andrew Wakefield en collega’s een artikel waarin zij gedetailleerd verslag deden van 12 kinderen met ontstekingen in de darm en verlies van taal- en andere basisvaardigheden een aantal dagen na een inenting met het BMR-vaccin. Negen van de twaalf kinderen werden gediagnosticeerd met autisme.
Niet lang daarna werden de auteurs ontmaskerd en bleek het artikel frauduleus. Het artikel leidde echter wel tot media-aandacht en nieuwe angst en onzekerheid bij ouders. Een nieuwe daling van de vaccinatiegraad leidde vervolgens tot uitbraken van mazelen over heel Groot-Brittannië. Het duurde meer dan 15 jaar voordat de vaccinatiegraad weer net zo hoog was als daarvoor. Alhoewel het wetenschappelijke artikel is teruggetrokken en Wakefield is geroyeerd als arts, komt dit bericht nog regelmatig voorbij, ook in Nederland.
Vaccinatieweigeraars
Hoewel de vaccinatiegraad onder zuigelingen in Nederland hoog is, zijn er verschillende groepen bekend die (sommige) vaccinaties weigeren. Leden van de Orthodox Protestantse denominatie vinden bijvoorbeeld dat vaccinatie strijdig is met de voorzienigheid van God. Deze groep, geschat op ongeveer 250.000 leden, loopt een risico op epidemieën, mede omdat ze bij elkaar wonen en hun kinderen naar dezelfde scholen gaan. Zo zijn er uitbraken van polio, mazelen, bof en rodehond beschreven.
Een andere groep bestaat uit ouders met een antroposofische levensbeschouwing. De antroposofische vereniging in Nederland telt ongeveer 4.300 leden. Zij vinden dat het doormaken van bepaalde kinderziekten zoals mazelen bijdraagt aan het versterken van lichaam en geest. Ofschoon antroposofen verspreid over Nederland wonen, vindt ook bij hen clustering plaats via antroposofische scholen. In 2008 was er sprake van een uitbraak van mazelen op verschillende antroposofische scholen in Nederland en in antroposofische gemeenschappen in het buitenland.
Verder is er de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken (NVKP), met ongeveer 1.600 leden. Deze vereniging is opgezet door leden die zichzelf kritisch noemen ten aanzien van kindervaccinaties. Zij hebben verschillende bezwaren tegen vaccineren, vooral gebaseerd op twijfels over de veiligheid van vaccins. Daarnaast zijn er ook minder goed geïdentificeerde groepen of individuen die twijfelen over vaccinatie.

Noodzaak en vertrouwen
Verschillende studies laten zien dat wanneer ouders vinden dat vaccinaties beschermen tegen ernstige infectieziekten, hun bereidheid tot vaccineren het grootst is. Het idee dat kinderen teveel vaccins tegelijkertijd toegediend krijgen en dat er te vroeg wordt begonnen met vaccineren, heeft een negatief effect op de houding van ouders. Daarnaast zien sommige ouders de noodzaak van vaccinatie niet meer omdat een aantal infectieziekten in Nederland niet of nauwelijks nog voorkomt. Hierdoor verandert de risicoperceptie en neemt de aandacht voor mogelijke bijwerkingen van vaccins toe.
Professionals worden gezien als de meest betrouwbare bron voor informatie over vaccineren. Er zijn echter ook ouders die vinden dat artsen of overheid hen alleen informeren over de voordelen van vaccineren en mogelijke nadelen achterwege laten. Daarnaast vinden sommige ouders dat ze niet of nauwelijks gehoord worden indien ze een andere keuze willen maken dan het volgen van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).
Onderzoek onder jeugdartsen en -verpleegkundigen laat zien dat zij een positieve houding hebben ten aanzien van het huidige RVP, maar ook twijfels hebben ten aanzien van uitbreiding met vaccins tegen ziekten met een mogelijk lagere ziektelast. Ze geven ook aan weinig tijd en informatie te hebben voor discussie over vaccineren met ouders en soms ook vaardigheden te missen om de discussie aan te gaan met ouders die veel vragen en twijfels hebben. Hun relatie met ouders is echter cruciaal en van belang om het vertrouwen hoog te houden.
De extra tijd die met de komst van het vaccinatieconsult beschikbaar is gekomen, kan worden besteed aan de dialoog met betrekking tot vaccineren met ouders. Dit samen met de nieuwe verdiepende scholing (e-learningmodule) over het RVP voor artsen en verpleegkundigen draagt hopelijk bij aan het hoog houden van het vertrouwen.