Je leest:

Aardwetenschappers bootsen tsunami na

Aardwetenschappers bootsen tsunami na

Auteur: | 22 maart 2006

Utrechtse aardwetenschappers kunnen vanaf woensdag 29 maart 2006 een tsunami en een superstorm nabootsen. De faculteit Geowetenschappen van de universiteit Utrecht neemt twee nieuwe bassins in gebruik, waarmee studenten onderzoek kunnen doen naar natuurrampen en het gedrag van de Nederlandse kust en rivieren.

De opstelling is uniek, omdat verschillende waterrampen gecombineerd kunnen worden, zoals een tsunami en een rivieroverstroming. In het eerste bassin (13 meter lang en 2 meter hoog), de zogenaamde meetgoot, kunnen tegelijkertijd stroming en golven worden opgewekt over beddingen van modder, zand of grind. Dat kan op de schaal van een zandbank tot een complete rivierdelta. Met meetinstrumenten voor stroming en sedimentbeweging kunnen studenten en onderzoekers gegevens verzamelen voor analyses en modellen.

De tsunami-simulator van de faculteit Geowetenschappen, Universiteit Utrecht, in actie.

Modderlawine

Met het tweede bassin (2×2×1 meter) kan de stabiliteit van hellingen bestudeerd worden. Een catastrofale modderlawine kan worden nagebootst door een helling van zand en klei te beregenen totdat deze bezwijkt. Videoapparatuur en meetinstrumenten houden de helling dag en nacht scherp in de gaten. Er is nog veel onbekend over de overgang van zogenaamde hellinginstabiliteit naar een modderlawine. Dit levert echter wel enorme gevaren op, zoals enkele weken geleden bleek na de aardverschuiving op het eiland Leyte in de Filipijnen. Daarbij kwam een grote modderstroom op gang waaronder zo’n 1800 mensen bedolven raakten.

Tot de ontwikkeling van de tsunami-simulator waren de Utrechtse aardwetenschappers voor het bestuderen van tsunami’s en aanverwante natuurrampen voornamelijk aangewezen op computermodellen.

Aanvalsmethode

Deze nieuwe combinatie van experimenteel onderzoek en expertise in natuurkundige metingen en modellering is uniek in Nederland. Geowetenschapper Maarten Kleinhans: “Tot nu toe werkten we vooral met veldmetingen en modellen. Nu hebben we met experimenten een extra aanvalsmethode om de natuur beter te begrijpen. We halen alles uit de kast om de natuur beter te begrijpen, met de experimenten kunnen we situaties bestuderen die we in de natuur liever niet zien gebeuren. Bovendien krijgen studenten bij experimenten vaak inzicht dat niet uit de boeken kan worden verkregen.” De bassins zullen vooral gebruikt worden voor onderwijs maar ook voor onderzoek ter ondersteuning van veldwerken.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van Universiteit Utrecht (UU).
© Universiteit Utrecht (UU), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 22 maart 2006
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.