In talen komen woorden voor met een dubbele betekenis. Neem het Nederlandse woordje bij. Dat verwijst zowel naar het insect dat honing verzamelt, als naar het voorzetsel dat aangeeft dat iets in de buurt is van iets anders. Dit betekenisverschil is niet hoorbaar in gesproken taal en niet zichtbaar in geschreven taal. Niet alleen bij woorden komt dit voor, maar ook bij woorddelen zoals en.
Aardbeien
Het Nederlandse en vervult veel functies. Het verbindt woordgroepen (appel en aardbei), geeft meervoud aan in een werkwoord ( wandel-en ), geeft meervoud aan in een zelfstandig naamwoord ( aardbei-en ) en plakt woorden aan elkaar in een samenstelling ( aardbei-en-jam ). Arina Banga, Esther Hanssen, Robert Schreuder en Anneke Neijt van de Radboud Universiteit Nijmegen deden onderzoek naar dit minuscule, maar zeker interessante elementje uit onze taal.
De taalonderzoekers vroegen zich daarbij af of woorddelen zoals aardbeien in aardbeienjam door moedertaalsprekers van het Nederlands geïnterpreteerd worden als meervoudig, omdat ze hetzelfde klinken en er hetzelfde uit zien als meervouden. Als ijkpunt namen ze het Engels, een taal zonder tussenklanken, waarin men spreekt over strawberry jam (niet strawberries jam ). De vergelijking met het Engels maakt het ook mogelijk te onderzoeken hoe het zit met Nederlanders als ze Engels spreken.

Kleurwaarneming
Het zou best eens kunnen dat er voor sprekers van het Nederlands meer aardbeien in aardbeienjam zitten dan strawberries in strawberry jam voor sprekers van het Engels. Ondanks dat het om precies dezelfde jam gaat. Dit lijkt op het eerste gezicht onlogisch. Toch bestaat het idee dat je taal invloed heeft op je waarneming of interpretatie al langer.
Een goed voorbeeld is het onderzoek van Roberson en zijn collega’s naar kleurwaarneming bij de Himbastam in Namibië. Himbasprekers onderscheiden vier kleuren. De onderzoekers onderzochten van twee van deze kleuren de waarneming: dumbu staat voor groen, rood, bruin en geel; burou voor andere groentinten en blauw. In het experiment moesten de Himbasprekers aangeven welke kleurtinten ze er hetzelfde uit vonden zien en welke niet. Voor hen verschilden de groentinten dumbu en de groentinten burou wél van elkaar. De groentinten en de kleur blauw die aangeduid worden met burou, waren voor hen juist hetzelfde. Iets wat wij ons moeilijk voor kunnen stellen: blauw en groen zijn voor ons duidelijk twee verschillende kleuren. De kleurnamen in een taal beïnvloeden dus hoe we kleuren waarnemen.
Experiment
Van de groentinten weer terug naar de aardbeienjam. Om betekenisverschillen van samenstellingen te onderzoeken, namen de Nijmeegse taalkundigen tests af bij Nederlandse en Engelse proefpersonen. Zij moesten op een zevenpuntsschaal aangeven hoe enkelvoudig of meervoudig ze het eerste deel van verschillende samenstellingen vonden. Het ging dan bijvoorbeeld om aardbeien uit aardbeienjam in het Nederlandse experiment, en om strawberry uit strawberry jam in het Engelse experiment.
In het Nederlandstalige experiment kwamen vier soorten samenstellingen voor. Het eerste deel van deze samenstellingen kon enkelvoudig of meervoudig van betekenis zijn, en de samenstellingen bevatten al dan niet de tussenklank en. Voorbeelden van de verschillende soorten samenstellingen zijn ballonvaart (enkelvoudige betekenis eerste deel + geen tussenklank), bananenschil (enkelvoudige betekenis eerste deel + tussenklank), appeltaart (meervoudige betekenis eerste deel + geen tussenklank) en aardbeienjam (meervoudige betekenis eerste deel + tussenklank). Het Engelstalige experiment bestond uit vertalingen van deze samenstellingen, die zelf ook samenstellingen waren: balloon ride, banana peel, apple pie en strawberry jam.
Supermeervoud
Moedertaalsprekers van het Engels zien minder balloons of bananas voor zich in balloon ride en banana peel, de samenstellingen met enkelvoudige eerste delen, dan dat ze apples en strawberries voor zich zien in apple pie en strawberry jam zitten, de samenstellingen met meervoudige eerste delen. Dat was precies wat de onderzoekers verwachtten: Engelstaligen gaan af op hun wereldkennis. Tot zover niets nieuws onder de zon.

Echt interessant waren de uitkomsten van het Nederlandse experiment. De Nederlanders lieten ook het verschil tussen enkelvoudige en meervoudige eerste delen zien. Zij baseren zich dus ook op wereldkennis. Maar bovendien gaan ze af op de tussenklank en, die hen aan meervoud doet denken. Nederlanders zien bij aardbeienjam, een samenstelling met een meervoudige betekenis van het eerste deel en een tussenklank, meer aardbeien voor zich dan de Engelsen bij strawberry jam. Dit noemen de onderzoekers ‘supermeervoud’. Iets vergelijkbaars trad op bij de enkelvoudige eerste delen zonder tussenklank, dus bij het type ballonvaart. Nederlanders denken aan minder ballonnen bij het woord ballonvaart dan Engelsen bij balloon ride. ‘Superenkelvoud’ dus.
De taalwetenschappers concluderen daarom dat Engelsen alleen afgaan op hun kennis van de wereld bij het interpreteren van Engelse samenstellingen. Nederlanders lijken bij het interpreteren van Nederlandse samenstellingen nog een extra factor mee te nemen: de vorm. De tussenklank en wordt als meervoud geïnterpreteerd en daardoor zijn samenstellingen met dit element voor Nederlanders meervoudiger dan samenstellingen zonder.
Taal beïnvloedt dus de interpretatie van alledaagse woorden. Maar geldt dat alleen voor de moedertaal? En hoe zit dat als mensen een andere dan hun moedertaal spreken? Houden ze vast aan de betekenis uit hun moedertaal, of aan die van de andere taal?
Tweedetaalleerders
Om dit te onderzoeken, lieten de taalwetenschappers Nederlandse moedertaalsprekers de Engelse samenstellingen beoordelen. Deze proefpersonen hadden het Engels op latere leeftijd geleerd. Wat bleek? Hun oordelen waren bijna identiek aan de oordelen van de moedertaalsprekers van het Engels. Ze vertoonden daarentegen juist veel verschillen met de oordelen van de moedertaalsprekers van het Nederlands die deelnamen aan het Nederlandstalige experiment.
De taal die iemand op een bepaald moment gebruikt, beïnvloedt dus de interpretatie van alledaagse woorden als aardbeienjam. Hoewel taal je denken stuurt en je op die manier kan beperken, is er ook nog voldoende goed nieuws. De mens beschikt over een flexibele geest. In een andere taal kan je anders denken dan in je moedertaal. Kortom, hoe meer talen je spreekt, hoe beter.
Zie ook:
Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/sapir-whorf.atom", “max”=>"5", “detail”=>"normaal"}