“Het feit dat de aanslag live op televisie te volgen was heeft de impact van 9/11 enorm vergroot,” zegt dr. Jaap Kooijman, mediawetenschapper en Amerikanist aan de Universiteit van Amsterdam. “Miljoenen mensen over de hele wereld hebben live kunnen zien hoe het tweede vliegtuig de toren invloog.”

Zelfs mensen die pas uren later inschakelden, kunnen de beelden moeilijk hebben gemist. Op de dag van de aanslag zelf werd de inslag van het tweede vliegtuig gemiddeld zo’n 30 keer per uur herhaald, zo vonden Amerikaanse televisiewetenschappers. Het beeld van de brandende torens kunnen we ons dan ook vrij probleemloos voor de geest halen, terwijl we voor herinneringen aan de terroristische aanslagen in Londen en Madrid heel wat dieper in ons geheugen moeten graven.
“Natuurlijk hebben we ook televisiebeelden gezien van de aanslagen in Londen en Madrid,” zegt Kooijman. “Maar dat waren geen live beelden. Bij de aanslag in New York waren televisiekijkers er als het ware bij, ze waren getuige. Dat maakt 9/11 tot een bijzonder televisiemoment.” Volgens Kooijman is het live-element van 9/11 te vergelijken met de ontploffing van spaceshuttle de Challenger, die in 1986 ook voor het oog van een live televisiepubliek neerstortte. Of, op een veel kleinere en lokale schaal, met de aanslag van Karst T. tijdens de afgelopen Koninginnedag.
‘We zijn allemaal Amerikaans’
Toch is de live-factor niet de enige reden waarom 9/11 zo’n belangrijke plek inneemt in ons collectieve geheugen, denkt Kooijman. Ook het feit dat het in Amerika gebeurde is van belang. “Dingen die in Amerika gebeuren vinden we nu eenmaal belangrijker dan dingen die in Bangladesh of in Spanje gebeuren.” Na de aanslagen kopte de Franse krant Le Monde bijvoorbeeld “We zijn allemaal Amerikaans”. De uitspraak was illustratief voor het gevoel dat er heerste. “Amerika lijkt van ons allemaal te zijn. We zijn opgegroeid met Amerikaanse populaire cultuur en met beelden van New York. De Twin Towers kennen we uit films en televisieseries. Kennelijk voelt een aanslag op Amerika alsof het ons direct aangaat.”
Waar was jij op 9/11?
Kooijman leidt samen met zijn Amsterdamse collega dr. Marieke de Goede een onderzoeksprogramma dat de doorwerking van 9/11 op de westerse kunst en cultuur analyseert. Hij signaleert dat 9/11 vaak wordt gezien als een trauma, als een moment waarop alles anders is geworden. Volgens hem zie je dat terug in veel teksten over 9/11, zowel van wetenschappers als van schrijvers en andere kunstenaars. “Deze refereren vaak aan het ‘waar was ik toen ik het voor het eerst – live, op tv – zag’-moment van de schrijver. De nadruk ligt heel erg op de persoonlijke ervaring. Sommige auteurs schrijven zelfs dat 9/11 niet alleen voor de Amerikanen maar ook voor Europeanen een traumatische ervaring is geweest.”
Psychologisch trauma door 9/11 op televisie onwaarschijnlijk
Zou dat kunnen, getraumatiseerd raken door de televisiebeelden van 9/11? Erik Hendriksen van de Universiteit Utrecht lijkt het zeer onwaarschijnlijk. Als psychofarmacoloog onderzoekt hij hoe de hersenen veranderen na een traumatische ervaring. “Je moet bedenken dat van de mensen die in het echt iets ernstigs overkomt (zoals een verkrachting, overval, ernstig ongeluk of natuurramp) maar ongeveer 10% een post traumatische stress stoornis (PTSS) ontwikkelt. De menselijke geest is dus best veerkrachtig en in staat veel te verwerken,” legt Hendriksen uit. Bovendien is er verband tussen de ernst van een gebeurtenis en de kans op een trauma. Hoe schokkend een gebeurtenis op tv ook is, uiteindelijk ben je persoonlijk niet in gevaar. “De kans dat tv-beelden leiden tot een trauma is daarmee wel erg klein." Maar helemaal onmogelijk lijkt het Hendriksen niet. Sommige mensen zijn immers een stuk gevoeliger dan de gemiddelde mens. “Gevaar blijft een zaak van ieders subjectieve perceptie. Dus als je je de beelden heel erg aantrekt en echte angst beleeft bij het kijken naar televisie, dan zou dat in principe kunnen leiden tot PTSS”.
9/11 als trauma
Kooijman is kritisch over de presentatie van 9/11 als een trauma dat individueel of collectief genezen en verwerkt moet worden. “Wie 9/11 vooral ziet als een traumatische ervaring, maakt van ons allen slachtoffer en dat mystificeert. Dat betekent dat je andere – bijvoorbeeld politieke – aspecten van 9/11 onzichtbaar maakt.” Tegen een slachtoffer met een trauma zeg je niet zo gauw dat het vreselijke dat hem overkomen is ook wel een beetje te maken heeft met zijn eigen gedrag. Hetzelfde geldt voor samenlevingen. Als de Amerikaanse –of zelfs Europese – samenleving is getraumatiseerd, kan je maar beter niet zeggen dat 9/11 naast een dramatische gebeurtenis ook een politiek gemotiveerde terroristische aanslag is, die een gevolg is van de westerse buitenlandse politiek.
Kritiek op Amerika wordt volgens Kooijman door mystificatie dus feitelijk onmogelijk, omdat je een getraumatiseerde samenleving niet mag lastigvallen met kritische opmerkingen of relativeringen. “Ik wil de impact van 9/11 voor New York en haar bewoners zeker niet bagatelliseren. Maar het is niet zo dat 9/11 onvergelijkbaar is met andere terroristische aanslagen of tragische gebeurtenissen. De tsunami heeft ook duizenden mensen het leven gekost. Maar daarvan zeggen we ook niet dat we er getraumatiseerd van zijn geraakt. Waarom zou 9/11 zo’n aparte status moeten krijgen?”
De keerzijde van alle aandacht
Al die aandacht van televisiemakers, wetenschappers en kunstenaars voor de aanslagen in New York heeft volgens Kooijman dus ook negatieve consequenties. Het leidt tot mystificatie van 9/11: we kennen 9/11 zo’n unieke status toe dat het bijna onmogelijk wordt om de aanslag te vergelijken met andere aanslagen en rampen. En om, net zoals we bij die gebeurtenissen doen, te zoeken naar politieke oorzaken en gevolgen.
Vanuit een hele andere wetenschappelijke hoek, de sociale psychologie, komen dr. Enny Das en haar collega’s van de Vrije Universiteit ook tot de conclusie dat alle aandacht voor 9/11 wel eens negatieve maatschappelijke gevolgen kan hebben. Zij ontdekten namelijk dat het kijken naar de beelden van 9/11 tot vooroordelen leidt.
Hun onderzoek onder honderd blanke Nederlanders heeft aangetoond dat beelden van terroristische aanslagen doen denken aan de dood, wat angst oproept. Die onbewuste angst voor de dood kan op zijn beurt weer leiden tot vooroordelen over iedereen die niet bij de eigen groep hoort. Nederlanders die een kwartiertje naar de beelden van 9/11 hadden gekeken, waren onbewust veel negatiever over Arabieren dan mensen die een kwartiertje naar de Olympische Spelen hadden gekeken.
Dat is misschien niet zo’n heel opmerkelijk resultaat. Maar het geeft wel te denken. Welk effect zouden die 30 herhalingen per uur hebben gehad? Misschien moeten we deze week, als de beelden van de ineenstortende torens opnieuw herhaald worden, de televisie maar eens uitzetten. Om je te laten wennen aan een verhaal over 9/11 zonder die iconische beelden, hebben we ze bij Kennislink maar alvast weggelaten.
Jaap Kooijman en zijn collega’s houden aanstaande vrijdag 11 september in Amsterdam een aantal lezingen over de culturele verwerking van 9/11 (in Engels).
Lees ook:
- Nieuws over terrorisme maakt bang en bevooroordeeld (Kennsislinkartikel over Das’ onderzoek)
- Terrorisme maakt Nederlander negatief over moslimbevolking (Kennislinkartikel over Das’ onderzoeksproject)
- Verbeeldingskracht veel gevraagd, professor Van Asselt over het onvoorspelbare (Kennislink)
- Terrorisme als kunst, professor de Graaf over de relatie tussen kunst en terrorisme (Kennislink)
- ‘Spektakel kan tot meer democratie leiden’, Interview met Jaap Kooijman (Folia)
- Waarom heeft Amerika geen Mohammed B.? (Kennislinkartikel uit ZemZem)
- Ouderen zijn ‘eerlijker’ over vooroordelen (Kennislinkartikel)
- Dreiging maakt linkse rakker conservatief (Kennislinkartikel)
- Osama als popidool (Kennislinkartikel van ZemZem)
- ‘Ga nooit mee in oorlogsretoriek’ (Kennislink)