Op 20 juli 1969 zaten miljoenen mensen over de hele wereld aan de buis gekluisterd. Neil Armstrong zette op die historische dag als eerste mens een voet op de maan. In de drie jaar daarop volgden zeven andere Apollo-raketten zijn voorbeeld, zodat in totaal twaalf Amerikaanse astronauten op de maan zijn geweest. Maar na de maanlanding van Apollo 17 in 1972 bleef het plotseling stil.
Wat gebeurde er? Geld was de belangrijkste factor bij de plotselinge beëindiging van het Apolloproject. Missies 18, 19 en 20 werden afgeblazen, en het klimaat van optimisme waarin de vele miljarden dollars voor de eerdere missies konden worden opgebracht leek voorgoed te zijn veranderd. De Vietnam-oorlog had het Amerikaanse budget in zijn greep, en de ruimtevaartrace met de Russen was gewonnen. Dus blijven de twaalf Amerikanen voorlopig de enige mensen die ooit voet hebben gezet op een ander hemellichaam dan de aarde. Ook programma’s voor Marsreizen – de logische vervolgstap na de maanlanding – kwamen tot nu toe steeds in de ijskast terecht, vanwege de praktische onhaalbaarheid en de enorme kosten.

NASA
Houston, we’ve had a problem
Hoewel de Apollo 11 de beroemdste missie uit het Apollo-programma is geworden, wordt ook over de ‘successful failure’ Apollo 13 nog veel nagesproken. Deze missie had de derde maanlanding moeten worden, maar onderweg naar de maan zorgde een explosie ervoor dat de electriciteit en de zuurstof buiten werking raakten. “Houston, we’ve had a problem,” waren de gevleugelde woorden van commandant Jim Lovell – inmiddels duizenden keren (verkeerd) geciteerd, maar nog lang niet vergeten. De drie astronauten in de raket gebruikten de backup-systemen van de maanlander om in leven te blijven, en dankzij een knap staaltje van samenwerking tussen de astronauten en het grondpersoneel lukte het om Apollo 13 veilig terug op aarde te krijgen.
Het Apollo-programma heeft heel wat opgebracht. Door analyse van de stukken steen die de astronauten mee terug naar aarde namen weten we nu veel meer over de samenstelling en herkomst van de maan. Strategisch geplaatste spiegels zorgen ervoor dat we precisiemetingen kunnen doen vanaf aarde, waarmee we onze afstand tot de maan tot op centimeters nauwkeurig kunnen bepalen en die ook kunnen helpen bij het definitieve bewijs voor Einstein’s relativiteitstheorie. Ook de technologie die is ontwikkeld om maanlandingen mogelijk te maken mag niet worden onderschat: voor de gewone luchtvaart en de onbemande ruimtevaart is die van onschatbare waarde.

Nu, veertig jaar na de eerste maanlanding, gonst het weer in ruimtevaartkringen. Het wordt tijd voor nieuwe bemande missies – naar de maan, en daarna naar Mars. Wie wordt de volgende? De Verenigde Staten, China, India en Rusland hebben allemaal sterke verhalen over programma’s die weer naar de maan moeten leiden, maar alleen de VS heeft die plannen concreet en openbaar op papier staan. En daar staat in dat op z’n vroegst in 2020 weer een astronaut op de maan zal wandelen – als de budgetten niet verder worden ingekort door de regering. China en India hebben de beste papieren, want een maanlander zou een grote opsteker zijn voor hun geloofwaardigheid en positie in de wereld. Maar geen van beide hebben al uitgewerkte plannen. Het lijkt er dus op dat het nog even rustig zal blijven op de maan.