Stappenplan voor een nieuwe taal
Hoe ga je te werk als je je eigen taal wil creëren? Drie Nijmeegse onderzoekers ondervroegen twee experts op het gebied van kunsttalen.
Language in Interaction verbindt taalwetenschappers van acht Nederlandse onderzoeksinstellingen (zie onderaan). Het consortium wordt geleid door neurowetenschapper Peter Hagoort en is in 2012 door de Nederlandse Organisatie van Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) geselecteerd als Zwaartekrachtproject. Alle wetenschapppers zijn experts op de verschillende deelgebieden van het menselijk taalsysteem – de genetica, neurobiologie, psychologie, linguïstiek en taaltechnologie – en werken samen met deskundigen die hen helpen met data-analyse en het toepassen van de vergaarde wetenschappelijke kennis in de samenleving.
Het consortium wil de komende tien jaar doorgronden welke universele factoren ten grondslag liggen aan het menselijk taalsysteem. Hierbij wordt gekeken naar verschillen tussen mens en dier. Tegelijkertijd wordt onderzocht welke factoren zorgen voor de grote diversiteit tussen sprekers van dezelfde taal en tussen de duizenden talen die naast elkaar bestaan. Van groot belang hierbij is de interactie tussen het taalsysteem en andere cognitieve functies zoals geheugen, actie en cognitieve controle.
Language in interacton is een samenwerking van de Radboud Universiteit, Universiteit van Amsterdam, Universiteit Leiden, Universiteit Utrecht, Universiteit van Maastricht, Universiteit van Tilburg, Erasmus Universiteit Rotterdam en het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek. Samen maken ze de themapagina Over taal gesproken mogelijk.
Hoe ga je te werk als je je eigen taal wil creëren? Drie Nijmeegse onderzoekers ondervroegen twee experts op het gebied van kunsttalen.
Een kindertaalfestival. Is dat een festival voor kinderen over taal? Of een festival voor volwassenen over kindertaal? Allebei, zo blijkt tijdens de tweede editie van Kletskoppen in Nijmegen.
Afgewezen worden door klasgenootjes begint al op jonge leeftijd. In de kleuterklas maakt het al uit hoe je je kan uitdrukken, laat recent onderzoek zien.
Als lezer van Het Groot Nederlands Vloekboek sla je twee vliegen in één klap. Je breidt je repertoire aan scheldwoorden flink uit en doet ondertussen ook nog wat taalkundige kennis op. Niet slecht voor een boek dat begon als afstudeerproject van twee Vlaamse illustratoren.
Dat het Nederlands veel woorden uit het Frans heeft geleend is algemeen bekend. Maar in de vroege middeleeuwen gold het omgekeerde. De vergelijkende taalwetenschap werpt nieuw licht op deze kwestie.
13 oktober stemde de Eerste Kamer unaniem voor erkenning van de Nederlandse Gebarentaal (NGT). Hiermee eindigt een jarenlange strijd. Waarom is deze officiële erkenning zo belangrijk?
De korte en snelle berichtjes die tieners uitwisselen op hun telefoon, zouden wel eens kunnen wijzen op een goed ontwikkeld taalbewustzijn. Uit onderzoek blijkt namelijk dat kinderen die meer telegramstijl gebruiken in hun appjes, relatief goed zijn in grammatica.
Nog een paar maanden en dan zit het promotietraject van Shruti Ullas erop. NEMO Kennislink volgde haar tijdens haar onderzoek. Hoe past ons brein zich aan aan variatie in uitspraak?
Niet alle basisschoolleerlingen spreken thuis Nederlands. Aandacht op school voor deze andere thuistalen versterkt de talenkennis van de hele klas. Het leerboek SJOES helpt daarbij een handje, met twaalf creatieve lessen over meertaligheid.
Lowlands Science is inmiddels een vast onderdeel van Lowlands, het jaarlijkse muziekfestival in Biddinghuizen. Ook in 2018 waren er opmerkelijk veel onderzoekjes rondom taal, en daarom namen beide taalredacteuren van NEMO Kennislink een kijkje.
Tijdens muziekfestival Lowlands 2018 konden bezoekers meedoen aan verschillende wetenschappelijke experimenten. Een daarvan was Deepflow, dat onderzoekt of een computer kan rappen als een rapper.
Het aantal expatkinderen groeit. Taalwetenschappers pleitten er deze zomer al voor dat scholen meer gebruikmaken van meertalige achtergronden.
In het Engels winnen verledentijdsvormen als ‘sunk’ en ‘stung’ het steeds vaker van vormen als ‘sank’ en ‘stang’. Hoe komt dat? Aan de hand van een wiskundige formule kunnen we meer vat krijgen op hoe onze hersenen talige patronen verwerken.
Ter gelegenheid van de 200ste geboortedag van Franciscus Donders, herhaalde taalpsycholoog Ardi Roelofs het baanbrekende experiment waarmee Donders aantoonde dat denken tijd kost.
Migranten die het Nederlands leren, hebben soms moeite met klanken of grammaticale aspecten die ze niet kennen uit hun moedertaal. Voor docenten is er nu een app met informatie over die migrantentalen.
Deze maand gaat taalkundige Gerrit Bloothooft met pensioen. Hij kijkt terug op een veelzijdige carrière: hij begon als natuurkundige, werkte met ‘big data’ toen de term nog niet eens bestond en stortte zich uiteindelijk op de naamkunde. Dankzij hem kwamen alle Nederlandse namen uit...
Naast optische en auditieve illusies, heb je ook grammaticale illusies. Daarbij líjkt een zin weliswaar correct, maar is hij dat toch niet. Of je vatbaar bent voor zo’n illusie hangt af van de taal waarin de zin wordt aangeboden, zo blijkt uit onderzoek.
Van de intonatie van een taal zijn we ons vaak weinig bewust. Toch storen veel mensen zich aan een ‘buitenlands accent’. Maar uit onderzoek van Lieke van Maastricht blijkt dat een verkeerde intonatie het begrijpen niet in de weg staat.
Zeg jij altijd netjes ‘dankjewel’? Uit een groot wereldwijd onderzoek blijkt dat we dit met zijn allen veel minder vaak doen dan je zou verwachten. Sommige talen hebben zelfs geen woord voor ‘dankjewel’.
Kinderen die opgroeien met Nederlands en Fries, hebben niet per se voordeel bij het leren van Engels. Dat blijkt uit nieuw onderzoek. In andere studies was tweetaligheid wél een bevorderende factor.
Een geluidsopname houdt de gemoederen op de sociale media al enkele dagen bezig. Zegt de spreker nu ‘laurel’ of ‘yanny’? Hoe kan het dat de ene luistereraar iets heel anders hoort dan de andere?
In Nederland krijgen kinderen vaak alle aandacht, terwijl in sommige culturen volwassenen nauwelijks direct tegen ze spreken. Soms wordt zelfs direct oogcontact vermeden. Hoe leren kinderen ondanks al die variatie toch allemaal hun moedertaal?
In de zestiende eeuw verschenen de eerste woordenboeken en grammatica’s van het Nederlands. Dat wordt vaak toegeschreven aan een groeiend nationaal bewustzijn. Maar Nederlanders in die tijd hadden niet alleen interesse voor de Nederlandse volkstaal, ook voor andere talen.
De Bora-gemeenschap kan haar taal niet alleen spreken, maar ook trommelen. Wetenschappers onderzochten hoe ze de taal representeren in slagen op trommels. Het antwoord blijkt te liggen in het ritme.
Tijdens conferenties deed promovendus Arnold Kochari veel inspiratie op voor zijn onderzoek naar woorden als ‘lang’ en ‘weinig’. Ondertussen mengt hij zich ook in een verhitte discussie over een taalpsychologisch effect dat wellicht toch niet bestaat.
Een tekst wordt niet begrijpelijker als je enkel woorden en zinnen inkort. Het is belangrijker dat je bekende woorden gebruikt, en dat je grammaticale eenheden bij elkaar zet. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Suzanne Kleijn (UU), die een nieuwe leesbaarheidsformule ontwikkelde.
Hoor jij het verschil tussen het Engelse ‘celery’ en ‘salary’? En tussen ‘full’ en ‘fool’? Nijmeegse taalwetenschappers ontwikkelden de app Vowel Space Travel, waarmee je deze subtiele klankverschillen beter leert onderscheiden.
Ga jij ook altijd als vanzelf op dezelfde plek aan tafel zitten? Ook jongeren die chillen in een park, weten precies waar zij wel en niet moeten zitten. En ze zijn zich heel bewust van hun manier van praten, zo blijkt uit onderzoek van Jacomine Nortier van de Universiteit Utrecht.
Het eind van het promotietraject van James Trujillo komt in zicht. Ligt de promovendus een beetje op schema? En is er nog tijd voor dat ene laatste experiment? NEMO Kennislink vraagt hem naar zijn plannen.
In veel Limburgse dialecten kun je met toon betekenisverschil uitdrukken. Nieuw onderzoek toont aan dat Limburgse moedertaalsprekers gevoeliger zijn voor toon dan Nederlandse moedertaalsprekers.