Op de middelbare school was ik vooral bezig met tof zijn en pas op het laatste moment ook met een studie kiezen. Biologie was het leukste dat ik kon bedenken en dat heeft nu, met uitzicht op de baai van Santa Cruz, best goed uitgepakt.
Wie: Marlow Cramwinckel
Wat: Paleoklimatoloog (klimaat van het verleden-onderzoeker)
Waar: Universiteit Utrecht
Studie: Bachelor Biologie en daarna Master Biogeologie, beide in Utrecht
Promotie gaat over: Global warming 40 miljoen jaar geleden, en hoe het begrip van het klimaat van het verleden kan bijdragen aan beter voorspellen van de toekomstige klimaatverandering.
Ik koos dit vakgebied omdat: Ik het raakvlak van biologie en aardwetenschappen heel boeiend vind; het gebruik van biologische fossielen en chemische eigenschappen daarvan om het klimaat te reconstrueren.
Geboren: 8 november 1989 op de Veluwe
Leukste aan wetenschapper zijn: Het is nooit af. Antwoorden op vragen roepen minstens zoveel vragen op, en zo blijf je bezig. Dus als je nieuwsgierig bent naar het ontdekken van nieuwe dingen raak je nooit verveeld.
Meest bijzondere moment als wetenschapper: Toen ik hoorde dat ik aankomende zomer (2017) mee mag op een expeditie naar de Tasmanzee. Twee maanden dag in, dag uit labwerk doen op een schip, voor mij toch wel echt een droom die uitkomt.
Moeilijkste aan wetenschapper zijn: Het is nooit af. Heel lastig daardoor om aan het eind van de werkdag de wetenschap achterin je hoofd te parkeren en iets anders te gaan doen.
Hobby’s: Ontspanning die zo afleidend is, dat het me tòch lukt om mijn hoofd even te resetten, zoals keihard fietsen of pixels kapot maken (in video games). Daarnaast ook lezen (boeken liefst zo dik mogelijk) en tekenen (op papier of pc).
Wat hoop je met bloggen voor Faces of Science te bereiken: Een beeld te geven van het (vaak leuke en boeiende) proces achter een wetenschappelijk resultaat, en het feit dat dit allemaal werk is dat wordt gedaan door – betrekkelijk – normale mensen. Dus niet alleen door onbestemde gedaantes in witte jas en labbril (al dan niet met grijze verwarde haardos).
Wie is je grote voorbeeld: De kat, want die is nieuwsgierig en eigenwijs en dat vind ik twee erg belangrijke eigenschappen voor een onderzoeker.
Wat wilde je worden toen je 7 was: Tuinarchitect. Weet het ook niet.
En toen je 17 was: Bioloog, maar nog ongespecificeerd. Ik dacht toen nog dat ik de huidige levende beesten en planten het boeiendst vond, maar later bleek dat ik toch de voorkeur geef aan beestjes die al tientallen miljoenen jaren dood zijn.
Leukste reactie op je onderzoek: “Wat?! Fossiele ogen?” “Nee, fossiele algen..” “Oh..”
Links: Filmpje over mijn onderzoek gemaakt voor tippingpointahead.nl De Catch 22 van fossiel plankton, Krantenartikel in NRC Handelsblad (2 mei 2015) door Ellen de Bruin, o.a. over mijn onderzoek naar microfossielen en tekenen daarvan
Op de middelbare school was ik vooral bezig met tof zijn en pas op het laatste moment ook met een studie kiezen. Biologie was het leukste dat ik kon bedenken en dat heeft nu, met uitzicht op de baai van Santa Cruz, best goed uitgepakt.
Acht volle weken wetenschap doen op een boorschip, zonder enig land in zicht. Mijn final verdict: droom die uitkomt of claustrofobische nachtmerrie?
Gegroet. Mijn naam is 371-U1507B-31R, maar noem me Barry de boorkern. Miljoenen jaren lag ik rustig op de zeebodem, maar daar kwam plotseling een eind aan door een groep fanatieke wetenschappers.
And we’re off! Week een van de expeditie zit er op en in die week heb ik al heel wat meegemaakt. Dit rondvarende laboratorium is een wereld op zich waar van alles en nog wat gebeurt.
Over een week vaar ik weg met het wetenschappelijke boorschip JOIDES Resolution. Die boot zal gedurende twee maanden op de Tasmanzee rondvaren om daar op honderden meters diepte boorkernen met oeroude zeebodem naar boven te halen.
Dagelijks tuur ik door mijn microscoop naar piepkleine fossiele algen: de dinoflagellaten. Met deze magisch mooie en soms verschrikkelijke algen reconstrueer ik hoe de oceaan er miljoenen jaren geleden uitzag.