Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Zo deel ik mijn passie voor taalkunde in jouw profielwerkstuk

Kristel Doreleijers voor NEMO Kennislink

Als taalwetenschapper ben ik niet alleen maar bezig met onderzoeken. Ik zoek óók actief naar manieren om een breder publiek, waaronder jongeren, kennis te laten maken met mijn vakgebied. Eén van die manieren is het profielwerkstuk.

Toen ik in de vijfde klas van het vwo zat, schreef ik mijn profielwerkstuk bij het vak Nederlands. Ik deed onderzoek naar de talige en culturele inhoud van de inburgeringscursus. Wat ik toen nog niet wist, was dat ik een paar jaar later zou afstuderen als neerlandica. Ondanks dat ik van schrijven hield en er ook niet voor terugdeinsde om ingewikkelde zinnen te ontleden, was het nooit in me opgekomen om Nederlands te studeren. Dat idee kwam pas later, toen ik mijn vwo-diploma al een tijdje op zak had. Ik startte na mijn middelbare school niet direct met een vervolgstudie, omdat ik me eerst volledig wilde focussen op topsport, zwemmen. Tussen mijn zwemtrainingen door gaf ik bijles Nederlands aan groepjes topsportleerlingen die door hun wedstrijden of trainingen lessen misten. Ongeveer twee jaar later schreef ik me in voor de studie Nederlandse taal en cultuur aan de Universiteit Utrecht.

Andere blik op taal

Die studie was eigenlijk totaal niet wat ik ervan had verwacht – maar in positieve zin. De studie Nederlands leek niet op het schoolvak Nederlands. Boeken met grammatica- en spellingregels maakten plaats voor boeken en artikelen over meertaligheid, taalontwikkeling, taalvariatie en taalverandering (wil je meer weten over andere aspecten van de studie, lees dan bijvoorbeeld eens deze blog van Face of Science Aafje de Roest).

Niet dat grammatica en spelling helemaal niet meer belangrijk waren: er werd van je verwacht dat je de regels beheerste, maar er was geen specifieke aandacht voor het aanleren van die regels. Het traditioneel ontleden zoals ik dat gewend was – je kent het wel: de zin opdelen met behulp van verticale streepjes en vervolgens onderwerp, persoonsvorm, lijdend voorwerp enzovoort aanduiden – verdween naar de achtergrond ten gunste van een ander soort taalkunde waarin ik een heel andere blik op taal leerde kennen.

Ik kon uren achter elkaar puzzelen op de precieze structuur van zinnen en kwam erachter dat taal niet alleen een middel is om te communiceren, maar dat je ook de taal op zich kunt onderzoeken. Toen ik mijn scripties schreef over lidwoorden in Marokkaans gekleurd Nederlands (bachelor) en dialectverandering in Noord-Brabant (master) kwam voor mij alles samen: het bestuderen van taalvariatie én er uitgebreid over mogen schrijven.

Kennisclip ‘Hoe zit het Nederlands als systeem in elkaar?

Dat zette me ook aan het denken. Ik wilde meer leerlingen dezelfde ervaring geven, en liefst vroeger dan in mijn eigen geval. De taalkunde zoals ik die leerde kennen via de studie Nederlands maakt helaas geen vast onderdeel uit van het curriculum van het schoolvak Nederlands. Dat wil zeggen dat taalkunde niet voorkomt in het eindexamen en ook nauwelijks aan bod komt in schoolboeken. Of je er tijdens je middelbare schoolperiode al kennis mee maakt, hangt vooral af van (de beschikbare tijd en de interesses van) je docent.

Profielwerkstuk

Precies op het moment dat ik besefte hoe zonde dit is, herinnerde ik me weer mijn eigen profielwerkstuk waarin ik een onderwerp naar keuze kon bestuderen. Als ik toen had geweten dat er zoiets als taalkunde bestond, weet ik echt zéker dat ik mijn werkstuk daarover had geschreven. Daarom wilde ik iets maken om leerlingen aan te moedigen een taalkundig onderwerp te kiezen voor hun profielwerkstuk, maar wat?

Toen ik tijdens mijn master Neerlandistiek het keuzevak ‘Taalkunde in de klas’ volgde, kreeg mijn idee pas concreet vorm. In dat vak mocht ik zelf een product ontwikkelen voor het schoolvak Nederlands. Zodoende richtte ik www.profielwerkstuktaalkunde.nl op: een digitaal platform met allerlei thema’s uit de taalkunde voor je profielwerkstuk. Het ontwikkelen van de website was een van de leukste werkzaamheden van de afgelopen jaren. Ik koos een aantal thema’s om mee op te starten en gebruikte de kennis uit mijn studie om bij elk thema een tekst te schrijven. Ik zocht naar toepasselijke filmpjes en nieuwsartikelen om de themapagina’s mee aan te vullen en ontwierp daarnaast voor elk thema een downloadbare ‘toolkit’: een soort folder met verdiepende informatie en allerlei tips om met zo’n thema aan de slag te gaan. Ook benaderde ik voor elk thema een onderzoeker aan een Nederlandse universiteit (die een expert is op het betreffende gebied) voor de rubriek ‘De wetenschapper aan het woord’.

Op dit moment bevat www.profielwerkstuktaalkunde.nl zeven verschillende thema’s en negen bijbehorende toolkits: meertaligheid, dialect, sociale taalvariatie, taalverwerving (onderverdeeld in eerste- en tweedetaalverwerving en taalstoornissen), taal in contact, naamkunde en woorden (neologismen). En natuurlijk komen daar op termijn nog veel thema’s bij!

Profielwerkstuk Taalkunde heeft me al op veel plekken gebracht die ook mijn onderzoek zeker ten goede komen. Ik geef workshops aan docenten Nederlands en ik bezoek heel regelmatig middelbare scholen om gastlessen te geven, met name in de bovenbouw van havo en vwo. Het geeft voldoening om jongeren te inspireren en enthousiasmeren voor mijn vakgebied, vooral ook wanneer zij stiekem denken dat taal helemaal niets voor hen is. De taalkunde is zo’n veelzijdig vakgebied dat iedere leerling wel een persoonlijk raakvlak kan vinden: van een meertalige opvoeding tot dyslexie, het van huis uit spreken van een dialect of het spreken van straattaal met vrienden, het hebben van een bijzondere (voor)naam enzovoort. Tegelijkertijd leer ik zelf ook veel uit het contact met jongeren – bijvoorbeeld welke taalvormen nu populair zijn in jongerentaal en waarom – of kunnen de jongeren deel uitmaken van mijn onderzoek als proefpersonen.

Jongeren kennis laten maken met wetenschap

Voor mij zijn deze activiteiten een heel belangrijke manier om jongeren kennis te laten maken met de wetenschap, en met het feit dat taalwetenschap dus óók wetenschap is (ondanks dat je daarvoor niet per se een lange witte jas en een laboratorium nodig hebt). Voor de beste profielwerkstukken bij het schoolvak Nederlands is er elk jaar de profielwerkstukwedstrijd van de vereniging Levende Talen. Als jurylid is het superleuk om te zien wat docenten elk jaar weer inzenden, al is het aantal taalkundige onderwerpen nog wel in de minderheid. Werk aan de winkel dus!

Kristel tijdens een van haar gastlessen in het voortgezet onderwijs.

Kristel Doreleijers voor NEMO Kennislink

Ben je na het lezen van mijn blog nieuwsgierig geworden? Ben of ken je zelf iemand die binnenkort een profielwerkstuk moet schrijven? Neem dan vooral eens een kijkje op de website en dompel je onder in de wondere wereld van de taalkunde!

Poll
Poll

Waarover zou jij meer te weten willen komen in een volgend blog?

ReactiesReageer