Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Jong geleerd is oud gedaan

Frits Ahlefeldt via Flickr CC BY-NC-ND 2.0

Brandweerman, actrice, dokter of toch zanger? Wat wilde jij later worden als kind? De kans dat je ‘wetenschapper’ antwoordde op die vraag is vrij klein. Wetenschappers hebben immers een wat stoffig imago. Tijd om hier wat aan te doen.

Om het imago van mijn beroep wat op te vijzelen, reisde ik af naar een basisschool in Soest om daar te vertellen wat een wetenschapper nu precies is en wat een wetenschapper zoal doet. Ik stapte een klas binnen waar een groep van 7 tot 12-jarigen me verwachtingsvol aankeek. Stiekem zat ik zelf ook vol verwachting, want wat weten kinderen in deze leeftijdscategorie eigenlijk van wetenschap? Om te testen of mijn vermoedens over het beeld dat kinderen van een wetenschapper hebben klopt, vroeg ik de kinderen hoe zij denken dat een wetenschapper eruit ziet. Zoals verwacht kreeg ik een beschrijving die verdacht veel leek op onderstaande afbeelding. Een wetenschapper is oud, grijs, man, en draagt een witte jas. Toen ik zei dat ik – een jonge, niet grijzende vrouw zonder witte jas- ook een wetenschapper was, keken de kinderen nogal verbaasd op.

Een wetenschapper is oud, grijs, man en draagt een witte jas.

Frits Ahlefeldt via Flickr CC BY-NC-ND 2.0

Explosieve stofjes
De verbazing groeide toen ik daaraan toevoegde dat ik niet de hele dag met buisjes met explosieve stofjes speel, maar onderzoek doe naar taalverwerking. Het idee dat zij zelf ook wetenschapper konden worden was al helemaal nieuw voor ze. Hoe meer ze echter hoorden over onderzoek doen, hoe enthousiaster ze werden. Dit resulteerde in een spervuur aan vragen: ‘hoe komt u aan dit beroep’ en ‘heeft u wel eens een foutje gemaakt in uw werk’ of ‘wat is het raarste dat u ooit heeft onderzocht?’ Na een middag vol wetenschapsquizjes, het bedenken van experimenten en stellen van de vragen, waren ze overtuigd; ‘wetenschap is best leuk!’. Mijn taak is volbracht.

Eindconclusie: wetenschap is best leuk!

privearchief Jacqueline de Nooijer
ReactiesReageer