Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Een weg vol verrassingen

Waarom ik uiteindelijk voor antropologie koos

Gladys Akom Ankobrey voor NEMO Kennislink

‘Hoe maak je nou eigenlijk een studiekeuze?’ Een paar weken geleden confronteerde een onderzoekdeelnemer (Veronica) mij met deze vraag. Ik hing een standaardriedeltje over favoriete vakken op. Maar is het maken van een studiekeuze wel zo simpel als het lijkt? Voor mij zat dit proces vol onverwachtse wendingen!

Kort na ons gesprek vroeg Veronica 1 me mee naar een open dag van de opleiding waar zij interesse in had. Aan een uurtje hebben we vast genoeg, dachten we vooraf. Drie uur later dwaalden we echter nog steeds rond in het gebouw. Hoe langer we bleven, hoe verwarder Veronica raakte. Om er een schepje boven op te doen vroeg ik of ze zichzelf in de school zag lopen. Hoe je je voelt in een gebouw kan een belangrijke graadmeter zijn voor het kiezen van een school, bedacht ik me. ‘Geen idee’, zei Veronica met een verwarde blik op haar gezicht. Ze vervolgde dat ze eerder naar andere dingen keek, zoals de kwaliteit van de opleiding. Ik besefte me dat ik vast ‘zweverig’ overkwam en wellicht nog meer verwarring creëerde. Hoewel ik niet ontken dat het belangrijk is om een opleiding kritisch te beoordelen bleef ik van mening dat de rol van emoties bij het maken van de studiekeuze niet onderschat kan worden. Mijn eigen verhaal was hier notabene het bewijs van.

Veronica tijdens de open dag.

Gladys Akom Ankobrey voor NEMO Kennislink

Een voor de hand liggende studiekeuze

Ik kan me niet eens meer herinneren vanaf welk moment ik besloot dat ik journalist wilde worden. Toch leek het alsof ik nooit anders had gewild. Als iemand me vroeg wat en waar ik wilde studeren zei ik steevast: ‘aan de School voor Journalistiek in Utrecht.’ Ik hield van verhaaltjes schrijven, nam mijn camera het liefst overal mee naar toe om vast te leggen wat ik meemaakte (ja, ik vlogde al voordat het een ‘ding’ was) en was een trouwe kijker van het 8-uur journaal. In mijn vrije tijd zat ik met mijn neus in de boeken en keek ik documentaires over uiteenlopende maatschappelijke thema’s. Toen ik hoorde dat mijn oma’s broer een bekende journalist was in Suriname voelde dat nog meer alsof mijn studiekeuze meant to be was. Journalistiek zit in de familie!

Met uitzondering van wiskunde vond ik de vakken wel te doen. Ik mocht dan ook niet ‘klagen’ met mijn ‘pretpakket’ kreeg ik soms te horen. Eén van de redenen waarom ik voor mijn middelbare school had gekozen was vanwege de nadruk op kunst & cultuur. Gedurende mijn schooljaren waren er talloze (buitenschoolse) activiteiten die leerlingen uitdaagden om zich creatief te uiten. Hoewel ik erg leed aan plankenkoorts was ik altijd te porren voor een muziek- of theaterproject. Daarnaast sprak de school mij aan vanwege de unieke werkwijze: alle leerlingen werkten per leerjaar zelfstandig in één groot lokaal (domein genoemd) op hun eigen laptop. Dit werkte echter niet voor iedereen: veel leerlingen vielen af in het eerste jaar.

‘Een middelmatige VWO leerling’

De manier van leren beviel mij in eerste instantie wel omdat ik veel ruimte kreeg om mijn eigen interesses te ontwikkelen. Zo heb ik een keer een nieuwsitem gemaakt voor het vak mens & natuur en kreeg ik de kans om voor een kinderzoekmachine te werken. Toch was het niet altijd makkelijk om met alle vrijheid om te gaan die we kregen. Ik kon bijvoorbeeld op een gegeven moment zelf bepalen welke lessen ik wilde volgen. Gezien het feit dat ik een hekel had aan wiskunde en ik het nut hier niet van in zag, sloeg ik deze lessen regelmatig over. De andere vakken volgde ik meestal wel braaf (behalve in het laatste jaar..) en haalde daar prima cijfers voor. In de eerste twee jaren bleef het echter nog onduidelijk of ik uiteindelijk naar HAVO of VWO zou gaan. Dat werd pas in het derde jaar bepaald (brede brugklas) maar ik had een sterk vermoeden dat ik een HAVO advies zou krijgen.

Tegen het einde van de basisschool kreeg ik te horen van mijn docenten dat ik een ‘goede VMBO/HAVO leerling’ zou zijn maar een ‘middelmatige HAVO/VWO leerling’. Om te voorkomen dat ik uiteindelijk een niveau lager zou worden gezet waren zij van mening dat ik beter gelijk voor de ‘makkelijkere’ weg (VMBO/HAVO) kon gaan. Gezien mijn CITO-score (HAVO/VWO niveau) won mijn moeder advies in bij een collega van haar op de basisschool waar zij werkte. Die collega raadde mijn moeder aan om tegen het advies in te gaan omdat dit volgens haar onvoldoende onderbouwd was. Ondanks mijn lagere basisschooladvies kwam ik uiteindelijk in een HAVO/VWO klas terecht. Mijn mentor in het eerste en tweede jaar leek de voorspelling van mijn basisschool docenten echter te bevestigen: ‘je zal een ‘goede HAVO’ leerling maar een ‘middelmatige/zwakke VWO’ leerling zijn’, gaf hij me mee.

Toen ik op een blauwe maandag besloot om Latijn te doen in mijn derde jaar veranderde dat de zaak. Ik haalde alleen maar negens voor het vak waarna ik omschreven werd als een ‘goede Gymnasium leerling’ door mijn Latijndocent. Plots werd besloten dat ik toch VWO mocht doen. Ik had allang vrede met het idee om naar HAVO te gaan dus dit kwam als een aangename verrassing. Toch besefte ik me niet helemaal dat ik gelijk door zou kunnen naar de universiteit als ik klaar was met de middelbare school. Het was niet eens een optie die ik overwoog: ik moest en zou namelijk journalistiek studeren aan de School voor Journalistiek (HBO niveau).

Twijfelmomentjes

Tot mijn grote verbazing was het één van mijn favoriete docenten die mijn studiekeuze in twijfel trok. Volgens hem paste ‘journalist-zijn’ niet bij mijn persoonlijkheid. Daar was ik te timide voor, stelde hij. Aangezien ik altijd veel belang hechtte aan zijn mening bleven zijn woorden in mijn hoofd naspoken. Kan ik wel een goede journalist worden? Ben ik wel realistisch? Toch liet ik deze vragen mij er niet van weerhouden om mij aan te melden voor de journalistiek opleiding. De enige hindernis die ik moest zien te overwinnen was het halen van een zo hoog mogelijke score op de decentrale selectietoets.

Na het maken van de toets en het nabespreken van de antwoorden met andere kandidaten spatte mijn droom uiteen. Naar mijn gevoel had ik de toets verknald en realiseerde me dat ik toch echt een plan B moest verzinnen. Ik kwam terecht op een online forum waarop kandidaten van de decentrale selectietoets hun andere studie-opties bespraken. Na wat gescroll op de pagina viel mijn oog op het woord ‘culturele antropologie’, één van de genoemde studies. Ik had nog nooit van deze opleiding gehoord maar iets vertelde me dat ik moest opzoeken wat het inhield. Zodra ik de beschrijving las op de website van de Universiteit van Amsterdam (UvA) was ik verkocht:

‘Antropologie iets voor jou? Je vindt het leuk om je te verdiepen in andere culturen en samenlevingen.’ CHECK. ‘Je bent bereid je eigen denkbeelden en (voor)oordelen onder de loep te nemen.’ CHECK. ‘Je hebt interesse in de vraag waarom mensen op bepaalde manieren handelen, óók als ze iets doen of willen wat je op het eerste gezicht vreemd – of zelfs verwerpelijk – vindt.’ CHECK. ‘Je houdt van lezen, analytisch denken en van schrijven.’ En nog eens CHECK.

Ik voelde gelijk een golf van opwinding opkomen – dit was mij perfect op het lijf geschreven. Vanaf dat moment was ik er diep van binnen van overtuigd dat ik voor deze studie moest kiezen. Kort daarna ontving ik vol ongeloof mijn resultaten van de decentrale selectietoets: ik had een plekje bemachtigd op de School voor de Journalistiek. Hoewel ik jaren op dat moment had gewacht, had ik mijn hart verloren aan antropologie. Helaas had ik alle open dagen en proefstudeerdagen inmiddels gemist. Ik vond het toch een beetje riskant om aan de hand van mijn beperkte informatie mijn studiekeuze om te gooien. Om deze reden stuurde ik een berichtje naar de studieadviseur van de antropologie-opleiding op de UvA om te vragen of ik toch nog kon langskomen. Zij reageerde enthousiast en nodigde mij uit voor een rondleiding.

De wauw-factor

Mijn positieve gevoelens over de opleiding werden alleen maar bevestigd tijdens mijn bezoekje aan de universiteit. De wauw-factor versterkte alleen maar meer; alsof je op huizenjacht bent en gewoon voelt wanneer je volledig voor een woning wilt gaan. Ik zag mezelf al rondlopen op de universiteit en daar een nieuw hoofdstuk starten in mijn leven. Zo gezegd, zo gedaan. Last minute schreef ik me in voor de antropologie-opleiding en heb er nooit spijt van gehad. Ik durf het zelfs één van de beste beslissingen te noemen die ik ooit heb gemaakt. Terwijl ik met tegenzin de middelbare school doorliep, vond ik de universiteit zó leuk dat ik zelfs een extra jaartje aan mijn opleiding toevoegde.

Terugkijkend op mijn ervaringen vind ik het lastig om een kant-en-klaar advies te geven over het maken van een studiekeuze. Ik ben heel erg op mijn gevoel afgegaan en dat heeft uiteindelijk goed uitgepakt. Als ik naar alle (goedbedoelde) adviezen zou hebben geluisterd die mensen mij gaven, zou ik nooit zijn gekomen waar ik nu ben. Wat ik wel kan meegeven is dat het belangrijk is om niet alleen naar de vakken te kijken waar je goed in bent, maar ook naar hoe jij het liefst leert. Op de middelbare school was ik er bijvoorbeeld achter gekomen dat ik ervan hield om zelfstandig te werken. Misschien is het dan ook niet verrassend dat ik uiteindelijk een onderzoeker ben geworden. Waar ben je goed in buiten school? Sta open voor verrassingen; misschien zie je een interessante studie of mogelijke baan over het hoofd als je je opties bij voorbaat heel beperkt houdt. Klopt je hart sneller als je aan de opleiding denkt die je wilt volgen? Zie jij jezelf de studie jarenlang met veel plezier doen? Of gaat het je meer om het baanperspectief en waarmaken van jouw ouders’ wensen? Denk goed na over wat jouw belangrijkste eisen zijn en onderschat de rol van je emoties niet in dit proces.

1 Veronica is niet de echte naam van mijn onderzoekdeelnemer. Ik heb een andere naam gebruikt (pseudoniem) zodat zij anoniem blijft.

ReactiesReageer