Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

100% dokter

Benjamin Gravesteijn voor NEMO Kennislink

Sommige mensen weten vanaf kinds af aan 100% zeker dat ze later dokter willen worden. Ze werken als bijbaantje in een verzorgingstehuis, studeren hard voor een gemiddelde boven de 8. Alles om toegelaten te worden tot die begeerde studie. Maar word je een slechtere dokter als je geneeskunde ‘slechts’ interessant vindt, maar niet 100% overtuigd bent?

Ik ben namelijk één van die mensen die nooit 100% overtuigd was van de keuze om geneeskunde te gaan studeren. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik lui ben, of dat ik ontevreden ben over mijn keuze.

Ik ben alleen nooit zo zeker geweest als iemand zoals ik in het portret hiervoor schetste. Ik wil met mijn verhaal een pleidooi houden voor twijfelen. Ik hoop hiermee mensen te motiveren om een spannende keuze te maken, ondanks dat ze niet nét zo gemotiveerd zijn als zo’n student uit mijn introductie.

Middelbare school

Ik was zo’n leerling die eigenlijk alle vakken best wel leuk vond. Zowel de exacte vakken als de talen gingen me dan ook wel goed af. Ik was eigenlijk meer bezig met zoveel mogelijk leren, en niet zozeer bezig met welke studie ik wilde doen.

In de tweede helft van de middelbare school bedacht ik dat geneeskunde misschien wel wat voor mij was. Ik vond het met name leuk dat je met kennis over bijvoorbeeld biologie (mijn lievelingsdocent gaf biologie) ánderen kunt helpen. Ik werd uiteindelijk aangenomen voor Junior Med School, een vooropleiding tot geneeskunde, en stroomde toen door naar de studie geneeskunde aan de overkant van de straat (figuur 2).
Ik heb geen andere studiekeuze echt goed overwogen. Wel twijfelde ik heel erg of ik toch iets creatiefs wilde doen, zoals bouwkunde of conservatorium. Maar uiteindelijk werd het geneeskunde.

Mijn middelbare school (rode kader) en mijn universiteit (blauw kader)

Google Maps/Benjamin Gravesteijn

De eerste jaren

De eerste jaren van mijn studie waren supergezellig en interessant. Ik vond het leuk om veel te leren over het menselijk lichaam, omdat ik daardoor ook mezelf leerde kennen. Zo leerde ik anatomie als ik naar de sportschool ging en bij iedere oefening naging welke spier nu samentrok. Ook zat ik bij tentamens altijd mijn eigen lichaam af te tasten om het antwoord te bedenken: hoeveel handwortelbeentjes hebben we ook alweer?

Wat ik wel erg miste was het creatieve nadenken. De eerste jaren van geneeskunde bestonden uit nogal veel lange uren begrippen in je hoofd stampen. Ik vond het ook irritant dat we altijd alleen maar multiple-choice vragen kregen op tentamens. Ik wilde zélf ook ideeën bedenken en begon daardoor meer kritische vragen te stellen. Was het echt wel zo zwart-wit?

Van mijn vriendengroep op de middelbare school…

Benjamin Gravesteijn voor NEMO Kennislink

Onderzoek

Daardoor ben ik al vroeg begonnen met onderzoek naast mijn studie. Ik kon hierin meer mijn eigen ideeën kwijt en kon zo kritischer zijn. Ik heb dus een pauze ingelast van uiteindelijk bijna vier jaar voor eerst een onderzoeksmaster en daarna mijn promotietraject. Hier hebben jullie natuurlijk al veel meer over gelezen. Dit was echt een verrijking op mijn bachelor geneeskunde en dus een hele goede keuze. Om mijn kennis van geneeskunde te kunnen toetsen met onderzoek was ontzettend spannend en inspirerend. Voor het eerst voelde het eigenlijk alsof ik op ‘mijn plek’ zat!

Naar de vrienden die ik maakte gedurende mijn eerste studiejaar.

Benjamin Gravesteijn voor NEMO Kennislink

Coschappen

Uiteindelijk lonkte daar toch wel de coschappen, om toch nog dokter te worden. Ik wilde het wel proberen, maar twijfelde erg of ik het onderzoek achter wilde laten.
Mijn eerste paar coschappen waren zwaar, omdat ik het lastig vond om weer ‘helemaal onderaan’ te beginnen. De hiërarchie in het ziekenhuis is een stuk duidelijker dan in het onderzoek. Ik vond het lastig om me echt nuttig te voelen.

Maar met doorzetten kwam ik bij het coschap gynaecologie. Dit was voor mij een moment van openbaring: dat je zoiets moois en bijna activistisch kon doen, waarbij je zowel theoretisch als praktisch wordt geprikkeld. Zo zag ik bijvoorbeeld een gynaecoloog ’s ochtends meerdere keizersneden uitvoeren en ’s middags ingewikkelde hormonale systemen uitpluizen om menstruatiestoornissen te verhelpen. Plots kwamen ook meer en meer onderzoeksvragen opborrelen.

Ik heb met mijn onderzoek natuurlijk in de acute zorg proberen beslissingen te verbeteren op basis van data. Rondom de bevalling worden er ook ontzettend veel beslissingen genomen, die vaak gebaseerd zijn op ervaring en expertise in plaats van hard bewijs: kan een vrouw thuis bevallen? Is een keizersnede nu echt nodig, of kunnen we nog wachten? Leiden we in, of geven we de baby nog een week? Dat lijken mij hele interessante vragen om mee aan de slag te gaan! De rest van mijn coschappen ben ik uiteindelijk met veel meer gemak doorheen gekomen. Ik wist nu pas echt bijna 100% wat ik wilde.

De witten-jassen-ceremonie, waarbij we voor het eerst een witte jas op het podium van de Doelen kregen om daarna echt ‘de kliniek’ in te gaan.

Benjamin Gravesteijn voor NEMO Kennislink

Nu

Nu mijn promotie- en studietijd bijna voorbij is weet ik pas wat ik wil: arts-onderzoeker gynaecologie worden. Maar zoals ik uiteen schetste, heb ik dat nooit zo duidelijk ervaren. Uiteindelijk ben ik dus door mijn hele reis steeds zekerder geworden van wat ik ambieer.

Als je nu dus een studie aan het uitzoeken bent, is mijn grote advies dus dan ook: kies wat je interessant vindt en daag jezelf hierbij uit, maar wees niet bang als je het niet zeker weet. Dat weten de meeste niet, en dat is helemaal oké.

ReactiesReageer