De stilte spreekt ook
De rol van stilte in een gesprek is groter dan op het eerste gezicht lijkt. Stiltes zorgen voor structuur en zijn bij uitstek momenten om een mening te vormen en extra informatie in te winnen.
Roeland Segeren (1980) is historicus, journalist en communicatieprofessional. Hij werkte jarenlang voor een krant, zo’n echte van papier. Daar schreef hij over van alles, van moord en brand tot politiek en zijn grote liefde: wetenschap. Dat laatste mondde uit in een overstap naar een wetenschappelijk instituut, waar de hersenen centraal staan. Even geen journalistiek meer, maar communicatie in brede zin. Het bleek een uitstapje: bij NEMO Kennislink is hij weer journalist geworden en schrijft hij over taal en hersenen.
De rol van stilte in een gesprek is groter dan op het eerste gezicht lijkt. Stiltes zorgen voor structuur en zijn bij uitstek momenten om een mening te vormen en extra informatie in te winnen.
We willen allemaal weten wie we zijn. En als het even kan zo precies mogelijk, van hersencel tot persoonlijkheid. Neurowetenschappers kijken steeds dieper in het brein, maar er zijn nog altijd veel vragen.
Ooit gebruikelijke termen als ‘mongooltje’, ‘bejaarde’ en ‘allochtoon’ zijn verworden tot scheldwoorden die fysiek pijn doen. Wat maakt taal toch zo pijnlijk?
‘Stop stilstand, stem vooruit.’ ‘Minder ik, meer wij.’ Het is weer verkiezingstijd en politieke partijen proberen ons te raken met woorden, meer dan vroeger. Dat lukt soms goed en gaat soms helemaal fout.
Taal zit in je linkerhersenhelft, leren we op school. Een hardnekkig misverstand, weten deskundigen inmiddels. Om taal te gebruiken en te begrijpen, hebben we ook de andere helft nodig én de zenuwbanen.
Of je nou per toeval een nieuw medicijn ontdekt of het laatste woord in een kruiswoordpuzzel, zo’n aha-erlebnis voelt fijn: als het samenvallen van stukjes kennis. En dat is ook precies wat het is.
Kunstmatige intelligentie sloop ons leven al binnen via chatbots en allerhande algoritmes. Eind vorig jaar kwam daar ChatGPT bij, dat elke denkbare tekst voor je schrijft. Is dat een kans of een bedreiging?
Om dat uit te zoeken moet je net als PhD-onderzoeker Marianne de Heer Kloots, iets afweten van taal, hersenen en programmeren.
Hulpmiddelen om sneller te lezen zijn volgens de bedenkers altijd wetenschappelijk onderbouwd. Is dat ook echt zo? We vragen het leesonderzoeker Arnout Koornneef.
Communicatie is zoveel meer dan om de beurt iets tegen elkaar zeggen. Vooral als er een probleem opgelost moet worden. Hoe goed mensen dat kunnen, heeft taalonderzoeker Marlou Rasenberg verrast.
Nederlandse kinderen lezen steeds slechter. Wat gebeurt er precies in het hoofd van een kind dat leert lezen? Nijmeegse onderzoekers ontwikkelden een online spel dat dit ontwikkelingsproces ondersteunt.