Naar de content

Zweten voorkomt vergeten

Sporten vier uur na het studeren verbetert het geheugen

Een groep mensen die op hometrainers rijden in een sportschool.
Een groep mensen die op hometrainers rijden in een sportschool.
public domain

Proefpersonen die na een stevige geheugentaak gingen sporten, kenden de leerstof twee dagen later beter dan degenen die niet sportten. Maar het werkt alleen als je het sporten vier uur uitstelt. Goed om rekening mee te houden, als je deze zomer herexamens hebt.

“Wat we vonden was niet naar verwachting”, zegt Eelco van Dongen. “Uit dieronderzoek was namelijk gebleken dat sporten direct na een geheugentaak het geheugen verbetert.” Dat het bij mensen pas werkt na een paar uur uitstel, was daarom een van die toevallige ontdekkingen waar het in de wetenschap van wemelt.

Hersenonderzoeker Van Dongen en vier collega’s deden dit onderzoek aan het Donders Instituut van de Nijmeegse Radboud Universiteit. Ze verdeelden 72 proefpersonen in drie groepen: een groep die meteen na de geheugentaak sportte, een groep die pas vier uur later op de fietsergometer klom, en een groep die niet sportte tot aan de herhalingstest, twee dagen later. Van Dongen en zijn collega’s verwachtten dat de eerste groep het sterkste effect zou vertonen, terwijl de laat- en niet-fietsers eigenlijk bedoeld waren als controlegroepen.

Plaatjes onthouden

Bij de geheugentaak moest elke proefpersoon negentig plaatjes van een voorwerp bekijken, en onthouden op welk plaats het stond. Meteen na deze sessie was er een test met de voorwerpen in het midden van het plaatje, om te zien van hoeveel voorwerpen de positie op het plaatje correct onthouden was. Twee dagen later kwamen de proefpersonen terug en deden dezelfde test nogmaals. Bij deze herhalingstest lagen de proefpersonen in een fMRI-scanner, zodat hun hersenactiviteit in kaart kon worden gebracht.

Het resultaat was verrassend: de groep die meteen na de eerste geheugentaak had gesport, scoorde niet beter dan de groep die niet sportte. Maar de groep die vier uur na de geheugentaak sportte, scoorde duidelijk beter. In alle groepen herinnerden de proefpersonen zich bij de herhalingstest minder plaatjes dan bij de eerste test, maar bij de ‘laat-sporten’-groep beklijfde de kennis het best; die personen hielden bij de herhalingstest 87 procent van hun directe herinnering over, tegen de beide andere groepen 80 procent.

Sporten direct na de geheugentaak werkt dus niet eens minder goed dan uitgesteld sporten, het werkt helemaal niet.

Proefpersonen kregen negentig van dit soort plaatjes te zien, waarvan ze moesten onthouden op welke positie het voorwerp staat. Bij de test twee dagen later kregen ze hetzelfde voorwerp in het midden van het plaatje te zien, en ze moesten aangeven wat de goede positie is (de blauwe stip geeft de juiste positie aan, maar die is uiteraard niet zichtbaar voor de proefpersoon).

VanDongen/Current Biology

Signaalstoffen in de hersenen

Waarom sporten überhaupt helpt om herinneringen te behouden is maar zeer ten dele bekend. De theorie is dat de hersenen herinneringen eerst voor korte tijd opslaan, en daarna een selectie daaruit voor langere tijd. Bij proefdieren is gemeten dat die langetermijnopslag (‘consolidatie’) gepaard gaat met een verhoogde productie van bepaalde signaalstoffen in de hersenen, zoals dopamine en noradrenaline. Maar ook intensieve lichamelijke inspanning stimuleert de productie van deze stoffen.

Waarom bij mensen stimuleren van deze consolidatie door sporten pas na uren effect heeft is niet bekend. Van Dongen: “Mensen herinneren zich heel andere dingen dan knaagdieren, en op een andere manier. Dus zo vreemd is dat nu ook weer niet.” Volgens Van Dongen is een mogelijke verklaring dat de productie van dopamine en noradrenaline kort na de geheugentaak toch al optimaal is voor consolidatie, na een paar uur inzakt, en dan kan worden opgekrikt door sporten. Meer dan speculatie is dit vooralsnog niet.

fMRI-scans die het verschil laten zien tussen de activiteit tijdens een correct en een incorrect beantwoorde vraag. Het betreft drie verschillende virtuele doorsnijdingen van de hersenen.

VanDongen/Current Biology

Hippocampus

Uit de hersenscans tijdens de herhalingstest bleek (gemiddeld) een duidelijk verschil tussen iemand die een correct en iemand die een incorrect antwoord geeft. Dit verschil was echter voor alle drie de groepen hetzelfde. Wat de scans van de ‘laat-sporten’-groep onderscheidde van de rest, was de activiteit in de hippocampus, een gedeelte van de hersenen dat nauw betrokken is bij de vorming van herinneringen. Bij de ‘laat-sporten’-groep bleken de patronen die oplichtten in dit gebied minder ruis te vertonen dan bij de twee andere groepen.

Rest de vraag, of het min of meer willekeurig gekozen uitstel van vier uur optimaal is. Van Dongen, die inmiddels op een ander onderzoeksterrein werkt: “Dit is onderzoek dat relatief veel mankracht en tijd vergt, maar er zijn plannen om dit nog verder uit te gaan zoeken.” Als je een scholier bent die rond deze tijd toch moet studeren voor een herexamen, hoef je daar niet op te wachten. Neem gewoon de proef op de som: ga ongeveer vier uur nadat je de boeken aan de kant gegooid hebt sporten of een flink stuk fietsen. Kwaad kan het zeker niet.

Bron:
ReactiesReageer