Naar de content

Waarom is het toch zo warm?

Martin Hiertreiter, Wikimedia Commons, CC BY 3.0

De wereldwijde warmterecords sneuvelen aan de lopende band, met februari 2016 als voorlopig ‘hoogtepunt’. We hebben het te danken aan het broeikaseffect, al deden eind 2015 en begin 2016 El Niño en een toevallige warme periode in het weerspatroon er nog een schepje bovenop.

De warmste februari sinds de metingen begonnen…

Martin Hiertreiter, Wikimedia Commons, CC BY 3.0

En weer brak de gemiddelde maandtemperatuur een record. Het jaar 2016 had de warmste februari sinds de metingen in 1880 begonnen, gemiddeld over de hele aardbol. Het was het tiende maandrecord op rij. Bovendien had februari van alle maanden uit die periode de hoogste afwijking van het gemiddelde. De temperatuur lag afgelopen maand 1,52 graden hoger dan de pre-industriële waarde voor februari.

Ook de jaargemiddelden zijn aan het pieken: 2015 nam het warmterecord over van 2014, die het op zijn beurt had overgenomen van 2010. De vertraging in de opwarming die zich het eerste decennium van deze eeuw voordeed, lijkt definitief ten einde.

Maar hoe komt dat eigenlijk? Is de warmte van de afgelopen maanden een gevolg van het weersverschijnsel El Niño (opwarming van de zee), die de laatste tijd toch al overal de schuld van krijgt? Zijn het de natuurlijke schommelingen in het weer? Of is het een gevolg van de extra broeikasgassen, uitgestoten door de mens? Vooral dat laatste, zegt de wetenschap.

De wereldwijd gemiddelde maandtemperatuur door de jaren heen (in blauw), en het gemiddelde van de 12 maanden rond elk meetpunt (in rood). De grafiek toont hoeveel graden de temperatuur afwijkt van het gemiddelde van de periode 1951-1980 (de pre-industriële waarde ligt hier 0,17 graden onder).

Datagraver
CO2

CO2

Niet alleen de stijging van de temperatuur, maar ook die van de hoeveelheid CO2 vestigde een nieuw record. Nooit eerder sinds de metingen begonnen, nam de CO2-concentratie sneller toe dan de afgelopen twaalf maanden. Op het meetstation Mauna Loa op Hawaï werd de CO2-concentratie (voorlopig) vastgesteld op een waarde van 404,02 ppm (parts per million – dus 0,0404 procent). Dat betekent dat er van februari 2015 tot februari 2016 3,09 ppm bij kwam.

In dit geval kunnen we wel met een beschuldigende vinger naar de krachtige El Niño wijzen: in de tweede helft van 2015 veroorzaakte ‘het kerstkind’ grote bosbranden in Indonesië, waarbij zeer veel CO2 vrijkwam, die optelde bij de uitstoot door verbranding van fossiele brandstoffen.

El Niño

El Niño (‘het kerstkind’) was dit jaar uitzonderlijk sterk. Tijdens een El Niño is het water in de bovenlaag van de Stille Oceaan, rond de evenaar, een paar graden warmer dan normaal. Het weersverschijnsel treedt onregelmatig maar gemiddeld eens in de vijf jaar op, en ontstaat door een samenspel van passaatwinden en de temperatuur van de Stille Oceaan. En ja, El Niño beïnvloedt de luchttemperatuur en (dus) het weer.

De recordtemperaturen van de afgelopen maanden kan het echter niet verklaren, zegt Geert Jan van Oldenborgh, klimaatdeskundige bij het KNMI in De Bilt. De vorige El Niño van vergelijkbare sterkte, in 1997, verhoogde de gemiddelde temperatuur wereldwijd met ongeveer 0,25 graden Celsius. “In die orde van grootte moet de bijdrage van de huidige El Niño de afgelopen maanden dus ook geweest zijn”, zegt Van Oldenborgh. Aangezien de temperatuur de laatste drie maanden rond de 1,3 graden boven het gemiddelde van voor het industriële tijdperk lag, blijft er dan nog ruim een graad Celsius over die aan andere oorzaken te wijten is.

Broeikasgassen

De gemiddelde temperatuur – dus de lijn waar de werkelijke temperatuur omheen schommelt – ligt momenteel 0,9 tot 1,0 graden hoger dan voor de industriële revolutie, zegt Van Oldenborgh. Dat is grofweg de opwarming door de broeikasgassen die sindsdien aan de lucht zijn toegevoegd, verminderd met het koelende effect van de extra stof- en roetdeeltjes die het zonlicht reflecteren. Van Oldenborgh: “De laatste 0,1 graad die je dan nog moet verklaren, kan je toeschrijven aan het weer, dus de toevallige fluctuatie”.

Jaargemiddelde

De vraag die blijft hangen, is of de recordreeks in jaar- en maandtemperaturen ook zonder de opwarming van het klimaat had kunnen optreden. Dat is erg onwaarschijnlijk, schreven klimaatwetenschappers uit Amerika en Duitsland begin dit jaar in een artikel in Nature, op grond van statistische analyses van de resultaten van klimaatmodellen en de gemeten jaartemperaturen.

Negen van de tien warmste jaren sinds 1880 deden zich in hun gegevens voor na de eeuwwisseling – recordjaar 2015 moest nog komen. De kans dat zo’n reeks zich voor zou doen in een wereld zonder de door mensen uitgestoten broeikasgassen is extreem klein, berekenden de onderzoekers. Ze kwamen uit op een waarschijnlijkheid tussen 1/770 en 1/10000, afhankelijk van de exacte aannames in de modellen. Voor het huidige klimaat, dus mét de extra broeikasgassen, concludeerden ze dat de kans op zo’n reeks juist groot is, meer dan 80%.

Nederlandse records

Het Nederlandse weer hoeft niet noodzakelijkerwijs de wereldwijde trend te volgen, maar ook hier sneuvelden de records. Zo was de Nederlandse winter afgelopen jaar bijzonder zacht. In dit geval speelde het weer (dus de fluctuaties die veroorzaakt worden door hoge- en lagedrukgebieden en met het klimaat minder te maken hebben) een grote rol. De wind kwam deze winter bovengemiddeld vaak uit het zuidwesten, waar veel zachtere lucht vandaan komt dan uit het noorden en het oosten.

Wat de klimaatopwarming betreft, hoort Nederland bij de snelle stijgers: het is hier nu ongeveer anderhalve graad warmer dat een eeuw geleden. Sinds 1950 gaat de temperatuur in Nederland zelfs bijna twee keer zo snel omhoog als het wereldgemiddelde.

En El Niño? Die heeft in ons land geen invloed op de temperatuur. Maar hij kan wel voor een regenachtige lente gaan zorgen…

Bronnen:
ReactiesReageer