De Werkgroep Antropoceen is eruit: we leven in een nieuw geologisch tijdperk, en we hebben het zelf gemaakt. Nu nog een startpunt definiëren, en dan kan het Tijdperk van de Mens officieel aan de geologische tijdschaal worden toegevoegd.
Leven we in het Tijdperk van de Mens? Na een jarenlange studie is de Werkgroep Antropoceen er eindelijk uit. ‘Ja’, luidt het advies dat zij gaan geven aan de commissie die over de geologische tijdperken gaat. De invloed van de mens op planeet aarde is zo groot dat onze eventuele opvolgers het over honderdduizenden jaren nog in de aardlagen terug kunnen zien.
Als de commissie het advies opvolgt – en dat lijkt slechts een formaliteit – heeft de mens dus zijn eigen geologische tijdvak gecreëerd. Nu alleen nog een geschikte definitie voor de start van deze periode zien te vinden.
Impact
De term Antropoceen circuleert al een tijdje. De nieuwe naam voor het geologische tijdvak waarin wij leven werd in het jaar 2000 voorgesteld door de Nederlandse chemicus en nobelprijswinnaar Paul Crutzen, en vervolgens gretig overgenomen door klimaat- en milieuactivisten. De mens verandert de aarde immers razendsnel: door plastic te fabriceren en over de aardbol te verspreiden, door de temperatuur op te jagen, door CO2 van de bodem naar de lucht te verplaatsen, en door in te grijpen in de fosfaat-, sulfaat- en stikstofkringloop.
Ook is de mens een eroderende kracht van jewelste: hij verplaatst elk jaar ongeveer tien keer meer grond en gesteente dan alle natuurlijke processen bij elkaar. We winnen zand, graven kanalen, hakken steenkool, bouwen dammen, en verleggen rivieren. Tel daar onze invloed op het planten- en dierenrijk bij op, en het punt is gemaakt, was de stemming.
Blijvend signaal?
Maar aardwetenschappers krabden zich achter hun oren. Een geologisch tijdvak vraagt om sedimentlagen die duidelijk te onderscheiden zijn van de lagen uit de andere tijdvakken, weten zij. Gaan de veranderingen die de mens toebrengt aan de aarde sporen nalaten in onze aardlagen? En zijn die sporen over miljoenen jaar nog terug te vinden?
De Werkgroep Antropoceen is van mening dat dat inderdaad zo is, bleek deze week op het International Geological Congress in Kaapstad. Het tijdvak waarin we nu leven – het Holoceen – is ergens halverwege de twintigste eeuw ten einde gekomen.
De mening van de groep werd per stemming bepaald: van de 35 leden vonden 34 dat het Antropoceen een geologisch herkenbare sedimentlaag oplevert, en 30 dat het tijdvak daarom in de geologische tijdschaal moet worden opgenomen. Het Antropoceen wordt geen geologische periode zoals het Krijt of het Jura, maar een tijdvak binnen het Kwartair, adviseert de werkgroep. Het nieuwe tijdvak wordt dus geen nieuw hoofdstuk in het geschiedenisboek van de geologie, maar eerder een paragraaf.
Startsignaal
Nu is nog een duidelijk signaal in de bodem nodig om het begin van het nieuwe tijdperk te definiëren, en ook dat moet over een paar miljoen jaar nog wereldwijd te vinden zijn. Verschillende suggesties doen de ronde, waaronder de laag met de eerste pollen van landbouwgewassen, de laag met het eerste plastic of lood (uit benzine), of de radioactieve laag die tussen 1945 en 1950 is afgezet na aanvallen en proeven met atoombommen. De Werkgroep Antropoceen denkt nog twee à drie jaar nodig te hebben om het meest geschikte startpunt te definiëren.
Jan Smit is emeritus hoogleraar Event-Stratigrafie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en zat zelf ooit in een werkgroep die zich over de Krijt-Tertiairgrens moest buigen. Bij het advies over het Antropoceen was hij niet betrokken, maar hij is het er wel mee eens. “De mens is de grootste graver die ooit geleefd heeft”, zegt Smit. “Als hier over 50 miljoen jaar een invasie komt vanaf het sterrenstelsel Alpha Centauri, kunnen de buitenaardse geologen het begin van het Antropoceen met gemak terugvinden.”