Naar de content

Roesje niet zo onschuldig als het klinkt

will_i_be

Het klinkt zo onschuldig: moet een kind een vervelend onderzoek of een pijnlijke behandeling ondergaan, dan ‘doen we wel even een roesje’. Helaas gaat dat niet altijd goed. 1 op de 10.000 roesjes gaat zelfs zodanig fout dat er een reanimatie aan te pas moet komen om het kind in leven te houden. Er zal de komende jaren dan ook veel moeten veranderen in de roesjeswereld.

Roesje is geen medische term, maar een term die in de volksmond gebruikt wordt voor het toedienen van een (slaap)middel om het bewustzijn te verminderen. Het roesje wordt bijvoorbeeld gegeven bij lastige onderzoeken die zonder lichte slaap dreigen te mislukken of om pijnlijke behandelingen comfortabeler te maken”, legt kinderarts Piet Leroy uit. Hij houdt zich aan het Academisch Ziekenhuis Maastricht al zeven jaar met het onderwerp roesjes bezig en hoopt daar komende vrijdag ook op te promoveren.

Een groep chirurgen die samen een patiënt opereren.

Tijdens een operatie staat er voortdurend een team van gespecialiseerde artsen om je heen. Daarbij horen ook anesthesisten die de narcose in de gaten houden.

Public Domain via John Asselin, U.S. Air Force / Wikimedia Commons

Om te begrijpen wat er misgaat met het roesje is het nuttig om een vergelijking te maken met narcose (anesthesie) waarbij een patiënt het bewustzijn tijdelijk helemaal verliest. Leroy: “Als jij volgende week een operatie moet ondergaan, heb je deze week al een afspraak met de anesthesist die gaat kijken op welke manier de narcose het beste kan worden uitgevoerd. Vanaf het moment dat de narcose wordt toegediend tot het moment dat je weer volledig wakker bent, is er voortdurend bewaking aanwezig. Je bent omringd door een team van specialisten die bezig zijn met hetgeen waarvoor ze zijn opgeleid.”

Vliegtuigcrash

Bij een roesje gaat dat anders. Roesjes worden gegeven buiten de operatiekamer door mensen die daar niet specifiek voor zijn opgeleid. Artsen zien het roesje als ‘iets dat er nou eenmaal bij hoort’, maar richten zich met name op het onderzoek of de behandeling waar zij het roesje voor inzetten. Is die behandeling klaar dan gaat de patiënt terug naar de afdeling, zelfs als het roesje op dat moment nog niet volledig is uitgewerkt.

En daar schuilt het gevaar, want bij roesjes worden vaak medicijnen gebruikt die voor hele andere doeleinden zijn ontwikkeld. “Neem een middel voor mensen met slaapproblemen”, zegt Leroy. “Zo’n medicijn is bedoeld om bij het avondeten in te nemen, een paar uur later slaap op te wekken, en er dan voor te zorgen dat de patiënt de hele nacht doorslaapt. Het is dus een traag, langwerkend middel. En dat is juist wat je bij een roesje niet wilt. Stel: een kind van drie jaar moet om 15.00 uur een MRI-scan krijgen. Dat is geen prettig onderzoek, want de MRI-buis geeft een nogal claustrofobisch gevoel en maakt bovendien een hoop lawaai. Toch is het voor het slagen van het onderzoek van belang dat het kind een half uur tot veertig minuten stil blijft liggen. Daarom besluit je een roesje te geven.”

Kinderartsen over roesjes

Als onderdeel van zijn promotieonderzoek stuurde Piet Leroy enquetes naar alle artsen die in Nederlandse ziekenhuizen op kinderafdelingen werken. Met behulp van de enquete wilde hij erachter komen hoe tevreden artsen zelf zijn over de roesjespraktijk in hun ziekenhuis. Maar liefst negentig procent van de artsen vulde de enquete van Leroy in. Op een schaal van 1 tot 5 gaven zij het roesje een 3. Volgens Leroy betekent dat dat de artsen niet laaiend enthousiast zijn, maar ook niet zwaar ongelukkig.

Dat zegt op zich natuurlijk niet zo veel. Maar wat Leroy ook ontdekte was dat artsen die zich zorgen maken over de veiligheid van het roesje ook duidelijk minder tevreden zijn dan artsen die zoiets hebben van ‘het kan niet veel kwaad. Ik heb nog nooit iets mis zien gaan’. Ontevredenheid over het roesje wordt bij artsen dus met name gevoed door bezorgdheid over de veiligheid, aldus Leroy.

In dit voorbeeld krijgt het driejarige kind om 14.00 uur een slaapmiddel toegediend. “Het is totaal onvoorspelbaar wanneer dat middel gaat werken”, gaat Leroy verder. “Misschien werkt het medicijn al ruim voor het onderzoek en wordt de patiënt halverwege ineens wakker. Of misschien slaapt het kind om 15.00 uur nog niet en ontstaan er logistieke problemen doordat het onderzoek uitgesteld moet worden.” Vooral als het onderzoek al voorbij is en het roesje nog niet is uitgewerkt, bestaat er een reële kans dat het kind veel te diep inslaapt. Het roesje lijkt dan bijna op een narcose en kinderen die op een afdeling liggen bij te komen van een roesje worden niet zo scherp in de gaten gehouden. Dan kunnen er risicovolle situaties ontstaan. Het grootste gevaar is dat een kind ongemerkt stopt met ademen, of stikt doordat de tong te diep in de keel zakt.

Leroy vergelijkt het toedienen van een roesje weleens met het vliegverkeer. “Een vliegtuigcrash is op dit moment gelukkig heel zeldzaam. Maar stel nou eens dat we vanaf nu zouden besluiten dat in vijf procent van de landingen het toestel met zijn rechterwiel in het gras terecht moet komen, en met zijn linkerwiel gewoon op de landingsbaan. Dat is een gevaarlijke situatie die wel een keer mis móet gaan.”

Smiley-systeem

En in het geval van de roesjes ging het ook mis. Tussen 2000 en 2007 zijn twee kinderen overleden na het toedienen van een roesje. Een derde kind raakte gehandicapt. Die gevallen waren voor de Inspectie van de Gezondheidszorg aanleiding om te zeggen: ‘zo kan het niet langer ‘. Een speciaal ingestelde werkgroep, onder leiding van Leroy, ging met het onderwerp aan de slag. Dat leidde tot een nieuwe richtlijn, die de komende jaren zijn weg naar het ziekenhuis zal moeten vinden.

Volgens Leroy zou de beste oplossing zijn om alle roesjes voortaan te laten uitvoeren door anesthesisten. “Maar omdat er een tekort is aan gespecialiseerde anesthesisten hebben we gezocht naar alternatieven. We hebben gekeken welke competenties artsen moeten hebben om patiënten diep in slaap te brengen, het stadium net voor de narcose. In de Verenigde Staten zijn al tienduizenden roesjes uitgevoerd met behulp van middelen die normaal gesproken bij een narcose gebruikt worden. Daar is al gebleken dat die roesjes veilig zijn. Ons idee is dat artsen zich door een opleiding van ongeveer zes maanden kunnen specialiseren in het toedienen van zulke roesjes”.

Naast opleiding moet ook het monitoren van patiënten die een roesje toegediend hebben gekregen veel beter geregeld worden. Maar hoe kunnen ouders straks controleren of in een bepaald ziekenhuis roesjes veilig worden gegeven? Leroy: “De inspectie gaat binnenkort een toetskader uitvoeren om te kijken wat er in de ziekenhuizen moet gebeuren om te voldoen aan de nieuwe richtlijn. Daarnaast krijgt ieder ziekenhuis een commissie die nadenkt over het gebruik van sedatie binnen de eigen instelling.

De Stichting Kind en Ziekenhuis werkt nu al met een smiley-systeem waarin ouders kunnen zien hoe kindvriendelijk een ziekenhuis werkt. Ik denk dat ze deze nieuwe richtlijn wel aan zullen grijpen om ziekenhuizen ook op de veiligheid van het roesje te gaan beoordelen.”

De richtlijn ligt er nu, maar de implementatie daarvan zal nog wel wat tijd in beslag nemen. Leroy: ”Er moet natuurlijk een hele hoop veranderen in de roesjeswereld. Dat is niet iets dat volgend jaar klaar is. In de Verenigde Staten heeft de implementatie van veilige roesjes in het ziekenhuis tien jaar gekost. We zijn er dus nog niet helemaal, maar er is nu in ieder geval geen weg terug meer.”

Piet Leroy promoveert op 2 maart op het proefschrift Improving procedural sedation and/or analgesia in children aan de Universiteit Maastricht.

Meer over narcose op Kennislink:

Bedwelmende gassen (Cicero)
Fouten in de anesthesie (Cicero)