Naar de content

Noord/Zuidlijn in hartje Amsterdam(mer)

Met een nieuwe communicatiestrategie voor de Noord/Zuidlijn, de nieuwe Amsterdamse metrolijn, is Amsterdam uit het dal gekropen. Het infrastructurele project dreigde de stad letterlijk en figuurlijk onderuit te halen. Maar het vertrouwen begint zich te herstellen. Over vier jaar zal de Amsterdam tube wekelijks meer dan een miljoen reizigers gaan vervoeren.

Ruim 35 jaar geleden stond Amsterdam op zijn kop. De aanleg van de metro, vanaf het Centraal Station naar Amsterdam-Zuidoost via de Nieuwmarkt en het Waterlooplein, zorgde voor veel relletjes. Oude huizen moesten toen wijken voor de nieuwe ondergrondse. “In de periode erna was het woord metro lange tijd taboe,” vertelt Esther Hesp, communicatie-adviseur bij de Noord/Zuidlijn.

Ondergronds dus onzichtbaar

“Mede door de ervaringen met de ‘Oostlijn’ werd de Noord/Zuidlijn vooral gepresenteerd als een project waarvan de Amsterdammer geen last zou hebben,” vertelt Hesp. ‘Als bewoners zult u van de bouw niets merken’, was de centrale boodschap. Dankzij moderne boortechnieken zou zich immers alles ónder de grond afspelen. Die strategie bleek echter niet te werken toen de bouw van de diepe stations in de binnenstad niet vlekkeloos bleek te verlopen.

Verzakte panden aan de Vijzelgracht. De historische ‘wevershuisjes’ verzakten tot meer dan 20 cm.

Wikimedia Commons

Tussentijdse evaluatie

Tijdens de bouw van station Vijzelgracht verzakten in 2008 door ernstige lekkage enkele historische panden aan de Vijzelgracht. De pers pakte deze incidenten breed op. Door een herhaling van de verzakkingen in datzelfde jaar werd de bouw van twee diepe stations ruim een jaar stilgelegd en kwam er een tussentijdse evaluatie onder voorzitterschap van CDA-er en voormalig landbouwminister Cees Veerman. Behalve de bouwkundige tegenvallers was er ook keer op keer sprake van forse overschrijdingen van het budget en zou de oplevering veel later zijn dan aanvankelijk was gepland. Hesp: “Op advies van Veerman werd de bouw voortgezet, maar moesten de organisatie en de risicobeheersing van de Noord/Zuidlijn worden versterkt. Bovendien adviseerde Veerman om de communicatie te verbeteren om het vertrouwen van de stad in het project te herstellen”.

Risico-top-10

“Dat hebben we ter harte genomen,” vertelt Hesp. “Van een gesloten organisatie zijn we veel opener geworden. Over de risico’s van het bouwen en de bijbehorende maatregelen zijn we expliciet gaan communiceren, zelfs als de kans dat een risico zou optreden heel klein was. We besloten zelfs een risico-top-10 te presenteren, die prominent in Het Parool kwam te staan.”

“Ook werd duidelijk dat alle professoren en onderzoeken die in het verleden werden opgevoerd om de veiligheid van het bouwen toe te lichten, hun geloofwaardigheid verloren hadden bij het grote publiek. In plaats van het zoveelste onderzoek of weer nieuwe internationale deskundigen op te voeren, zijn we de bouwers zelf op de voorgrond gaan zetten. Zij hebben immers het grootste belang bij een veilige werksituatie.”

Om het project Noord/Zuidlijn dichter bij de burger te brengen, en zo het draagvlak te vergroten, kreeg in de communicatie de bouwer een prominente rol toebedeeld. Tijdens open dagen lieten omwonenden en andere bezoekers zich fotograferen met (panelen van) de bouwers.

Noord/Zuidlijn

Charme-offensief

Deze nieuwe aanpak bleek een positief effect te hebben op het imago van het project. Mede hierdoor werd de Noord/Zuidlijn langzamerhand minder kwetsbaar bij calamiteiten, was de ervaring van Hesp en haar collega’s. Maar dit kwam niet alleen door de ‘werkman’ in de beeldvorming. Hesp: “Er is intern hard gewerkt om de risico’s beter te beheersen en daarnaast werden ook andere adviezen van de Commissie Veerman opgevolgd”.

Zo werd de schadevergoeding aan gedupeerden anders georganiseerd door de bewijsvoering om te draaien: in plaats van de gedupeerde burger die zelf moest bewijzen dat de schade een gevolg was van de ondergrondse werkzaamheden, moest de gemeente Amsterdam een bewijs overleggen dat de schade niet het gevolg was van de werkzaamheden. Ook werd er een vliegende brigade ingesteld die 24 uur per dag beschikbaar was in geval van calamiteiten. Het persoonlijk contact met buurtbewoners werd opgevoerd en alle (ondergrondse) activiteiten kon men volgen op de website www.hierzijnwij.nu.

Nieuwe fase

Het project gaat nu een nieuwe fase in. Alle tunnels zijn inmiddels geboord en de kolossale boormachines worden op dit moment ontmanteld. De afbouwfase komt dichterbij en ook daarvoor moet nog veel gebeuren. Aan verbreding van het draagvlak onder de Amsterdamse bevolking wordt dan ook nog steeds gewerkt. “De aankleding van de metrostations vindt plaats in samenwerking met diverse kunstenaars,” vertelt Hesp. “Per kunstlocatie werden drie à vier kunstenaars geselecteerd door de Adviescommissie Kunst Noord/Zuidlijn, waarbij in een latere fase uiteindelijk één kunstenaar de opdracht krijgt.” Op de website zijn alle ontwerpen te zien.

Voorstel voor een kunstwerk voor de Noord/Zuidlijn (Centraal Station: perron onder Voorplein) door beeldend kunstenaar Guido van der Werve. Hij koos voor het beeld van de antipode, omdat het symboliseert “eigenlijk op weg te zijn naar de andere kant van de aarde”.

Guido van der Werve-Noord/Zuidlijn
Bronnen