Naar de content

Nobelprijs voor economie naar 'contracttijgers'

Oliver Hart en Bengt Holmström krijgen prijs voor onderzoek naar goede contracten

Nobel Media 2016, N. Elmehed

Ben jij tegen de hoge bonussen die medewerkers in de financiële wereld vaak ontvangen? Dan is de toekenning van de Nobelprijs voor de economie aan de economen Oliver Hart en Bengt Holmström een kleine opsteker. Hun bijdragen aan de contracttheorie bevatten aanknopingspunten voor betere contracten – ook op hogere niveaus.

Een contract zorgt dat je een stuk sterker staat, als je het gevoel hebt dat je rechten worden aangetast. Tegelijkertijd moet een contract zo opgesteld zijn dat er ruimte is voor flexibiliteit en de beide partijen genoeg prikkels hebben om mee te willen doen. Hoe vind je een goede balans voor beide partijen? Die vraag kan al om de hoek komen kijken als je een werkster wilt inhuren of je huis onderverhuren.

Hoewel Hart en Holmström respectievelijk uit Engeland en Finland komen, hebben ook de Amerikanen reden voor een feestje. Holmström werkt tegenwoordig namelijk voor het Massachusetts Institute of Technology en Hart voor de University of Harvard.

Nobel Media 2016, N. Elmehed

Maar ook bij grotere contracten gaat het om die vraag, al wordt het daar wel complexer. Neem de contracten van zorgverzekeraars. Wij, verzekerden, willen ingedekt zijn tegen zoveel mogelijk risico’s, tegen een zo laag mogelijke premie. Verzekeraars hebben een ander belang: die willen een deel van het risico bij ons leggen, ook om te zorgen dat we niet te gemakkelijk gebruik maken van dokter, ziekenhuis en andere zorgverleners. Tegelijkertijd is het voor beide partijen van belang dat er een contract komt.

Verkeerde prikkels

Ook de recente economische crisis laat het belang zien van goede contracten. Een belangrijke reden voor het ineenstorten van de economie in 2010 lag volgens experts in het betalingssysteem in de financiële wereld. Dat berustte voor een groot deel op prestatiebeloningen, waarbij organisaties hun werknemers en bestuurders extra belonen door, naast hun salaris, bonussen toe te kennen voor het vermeerderen van het bedrijfskapitaal. Gedreven door die bonussen gingen werknemers steeds roekelozer beleggen en investeren en soms zelfs frauderen.

Ontbrekende lettertjes

Hart en Holmström ontwikkelden theorieën waarmee betere contracten opgesteld kunnen worden. “Het is belangrijk goed inzicht te hebben in hoe we contracten in het bedrijfsleven moeten opstellen, omdat je niet de verkeerde prikkels aan mensen wilt geven, zei Nobelprijscomitélid Tomas Sjostrom bij de bekendmaking van de prijs. “Je wilt belonen wat correct is. Dat maakt het werk van deze economen zo belangrijk.”

Zo ontwikkelde Hart de term ‘incomplete contracten’ voor contracten die belangrijke zaken toch niet dekken. Bijvoorbeeld voor sommige bonus-georiënteerde contracten in de financiële sector waarin het lange-termijnbelang van een bedrijf en zijn klanten niet zijn meegenomen.

Extra prijs

De Nobelprijs voor de economie verschilt van andere Nobelprijzen. Hij komt namelijk niet voor in het testament van Alfred Nobel, maar werd in 1969 geïntroduceerd door de Zweedse Rijksbank ‘ter nagedachtenis aan Alfred Nobel’. Verder is er geen verschil met de andere Nobelprijzen. Zo wordt ook deze prijs toegekend door de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen en volgt de uitreiking hetzelfde protocol. Ook levert de prijs hetzelfde op: met de prijs winnen Hart and Holmström ieder zo’n 465.000 euro.

Ook contracten tussen overheden en hun leveranciers zijn soms incompleet. Zo bekritiseerde Hart de contracten die het uitbesteden regelden van de bedrijfsvoering van Amerikaanse gevangenissen aan private partijen. Die waren zo opgesteld dat de bedrijven die diensten leverden wel prikkels kregen om de kosten laag te houden, maar geen prikkels om te zorgen dat de voorzieningen aan gevangenen van voldoende kwaliteit bleven.

Kennis is macht

Holmström’s onderzoek richt zich vooral op het kennisverschil tussen degene die een opdracht geeft en degene die hem uitvoert. Die laatste, de uitvoerder, heeft vaak meer kennis dan de eerste. Zo weet een directeur meestal beter wat er in zijn bedrijf speelt dan de aandeelhouders die hem aanstelden. Ook de autoverzekering die zijn verzekerden verplicht netjes te rijden, weet minder goed of dat ook echt gebeurt dan de chauffeurs die zich verzekerden. Hierdoor stemt een opdrachtgever soms in met voorstellen van de opdrachtnemer, ook als die zijn belang ondermijnen.

Autoverzekeringen brengen het informativiteitsprincipe van Holmström in de praktijk: de premie van de verzekerde hangt af van zijn eerdere rijgedrag.

John/Flickr.com via CC BY 2.0

Holmströms informativeness principle biedt een oplossing hiervoor: elke factor die wat zegt over het functioneren van de opdrachtnemer moet gebruikt worden om het tarief te bepalen. Zo kunnen aandeelhouders bijvoorbeeld meenemen in het contract hoe andere directeuren in hun branche presteren, en autoverzekeraars of iemand eerder brokken maakte.

Overigens leveren zowel Holmström als Hart geen kant-en-klare oplossingen voor betere contracten – veel hangt immers van de context af. Wel introduceerden ze samen een manier van denken die volgens het Nobelprijscomité nuttig is om zowel prikkels voor risicovol als voorzichtig optreden een plek te geven in contracten.

Het Nobelprijscomité kreeg veel lof voor haar beslissing contracttheorie in het zonnetje te zetten, al hadden sommige mensen graag gezien dat weer eens een vrouw de prijs had gewonnen. Dat gebeurde namelijk maar één keer, aan Elinor Ostrom (in 2012, voor haar analyse van economisch bestuur, vooral op lokaal niveau), terwijl al 77 mannen de prijs kregen.

ReactiesReageer