Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Middelbare scholen verdienen ook een goed anti-pestprogramma

Pixabay CC0

Anti-pestprogramma’s op basisscholen zijn populair, en sommigen blijken ook effectief te zijn. Maar hoe zit het met die programma’s op middelbare scholen?

Hoewel op middelbare scholen ook wordt gepest (zo’n 7% van de leerlingen) is er nog geen enkel programma beschikbaar om pesten op die scholen tegen te gaan. Waarom willen interventie-ontwikkelaars en onderzoekers hun vingers niet branden aan een anti-pestprogramma voor middelbare scholen, waar het juist zo hard nodig is?

Hoewel op middelbare scholen ook wordt gepest is er nog geen enkel programma beschikbaar om pesten op die scholen tegen te gaan.

Pixabay CC0

Simpel toch, denk je misschien: we kunnen een anti-pestprogramma voor de basisschool gewoon inzetten op een middelbare school. Maar zo gemakkelijk gaat dat helaas niet. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat hoe ouder de jongeren, hoe minder effectief de bestaande programma’s zijn. Dat is ook niet zo gek. Jongeren hebben andere behoeftes dan kinderen, pesten op een andere manier, en het systeem op middelbare scholen zit anders in elkaar.

Tieners zijn geen kinderen

Ten eerste zijn tieners geen kinderen meer, en zo willen ze ook niet behandeld worden. Basisschoolprogramma’s laten de juf of meester vaak als rolmodel – het goede voorbeeld – fungeren. Op middelbare scholen hoef je daar niet mee aan te komen: docenten zijn niet altijd “cool” en die wil je dus ook niet nadoen. Jongeren kijken vooral naar elkaar om te beoordelen welk gedrag je moet laten zien om erbij te horen. Het is dus handiger als een anti-pestprogramma voor jongeren zich extra richt op onderlinge groepsdruk.


Ook het pestgedrag zelf neemt andere vormen aan wanneer jongeren ouder worden. Jonge kinderen pesten vaak nog op directe manieren, bijvoorbeeld verbaal en fysiek, terwijl tieners het op subtielere manieren doen (zoals roddelen) of online. Voor middelbareschooldocenten is het dus lastiger dan voor basisschoolleerkrachten om pesten te herkennen en om het aan te pakken.

Tieners pesten op subtiele manieren, zoals roddelen of online.

Pixabay CC0

Steeds een andere klas en docent

Maar het probleem zit ‘m niet alleen in de leeftijd, een anti-pestprogramma voor middelbare scholen is ook een organisatorische uitdaging. Pesten is een groepsprobleem dat je binnen de groep moet oplossen, maar hoe doe je dat als de groepen steeds wisselen en als er geen vaste docent is die alle processen in de gaten houdt en bijstuurt?

Dit soort uitdagingen, die te maken hebben met verschillen tussen kinderen en jongeren maar ook tussen basisscholen en middelbare scholen, zorgen ervoor dat programma-ontwikkelaars zich waarschijnlijk liever richten op de basisschool. Maar dat is onrechtvaardig. Als een medicijn voor sommige groepen mensen lastig te maken is, dan mogen dokters toch ook niet zeggen: “dan maken we voor die groepen gewoon geen medicijn”?

Daarom wagen we met mijn onderzoeksteam de sprong: we zijn samen met scholen begonnen aan de ontwikkeling van een nieuw anti-pestprogramma voor middelbare scholen. Hoe het eruit ziet en of het werkt, dat blijft nu nog een verrassing. Maar het doel is duidelijk: dat meer jongeren met plezier naar school gaan, ook in het voortgezet onderwijs.

Wil je alvast meer weten over het nieuwe anti-pestprogramma, of is jouw school geïnteresseerd om mee te doen aan het onderzoek ernaar? Ga dan naar www.nro-vo.nl of stuur een mailtje naar [email protected].

ReactiesReageer