Naar de content

Griekse democratie had vooral religieuze trekjes

wikimedia commons

Vaak wordt gedacht dat vrij en actief burgerschap zoals wij dat kennen zijn wortels heeft in de allereerste democratie: die van Athene. Maar actief burgerschap bij de oude Grieken had veel meer de kenmerken van een cultische religie, zoals die al eeuwen in gebruik was.

In het jaar 508 voor Christus voerde Kleisthenes , een lid van de beroemde Atheense familie van Alkmeoniden, zijn beroemde hervormingen in de polis (stadsstaat) Athene door. Die hervormingen maakten van Athene ‘s werelds eerste democratie. Vanaf toen namen alle vrije mannen, los van familieachtergrond of bezit, op gelijke voet deel aan het politieke leven in de polis. Kleisthenes verdeelde het land rond de stad Athene in tien phylai (regio’s) die weer onderverdeeld waren in trittyes en kleine demen (dorpsgemeenschappen).

Als je Atheense afkomst goedgekeurd was, dan werd je als vrijgeboren man ingeschreven als demotes. Dat maakte je weer lid van de trittys en de phyle, en uiteindelijk van de demos, het volk dat als collectief de macht had in Athene. Vaak wordt gedacht dat iedere vrije burger na de de hervormingen van Kleisthenes op deze manier automatisch het Atheense burgerschap bezat, als een soort juridische status. Maar over politieke rechten en plichten (onze moderne opvatting van burgerschap) hebben de bronnen uit de tijd van Kleisthenes en later het nooit.

Steeds meer historici twijfelen daarom aan deze politieke en juridische definitie van burgerschap. Een van hen is Sara Wijma, oudhistoricus aan de Rijksuniversiteit Groningen. In een artikel in het Nederlandse Tijdschrift voor Geschiedenis betoogt zij dat de belangrijkste verandering na Kleisthenes niet was dat je als Atheense man ineens burgerschap bezat, maar dat je actief burger was door actief deel te nemen aan het religieuze leven in de polis.

Demen-kalenders

Door de hervormingen van Kleisthenes werd de indeling van de Atheense maatschappij, en daarmee ook de maatschappelijke rolverdeling, radicaal omgegooid. De nieuwe indeling is onder andere terug te zien in het religieuze leven. Atheners gingen opeens als lid van een deme of phyle deelnemen aan religieuze feesten. En daarvan waren er nogal wat in Athene. Sommige bronnen vertellen dat een derde van de dagen in een jaar officiële religieuze feestdagen waren.

Dat het belang van het religieuze leven na Kleisthenes een impuls krijgt is onder andere terug te zien in zogenaamde demen-kalenders. Daarop stond welke goden de leden van een deme moesten vereren, wanneer er welke offers gebracht moesten worden en hoe duur deze moesten zijn. Die lokale culten waren vaak al eeuwenoud. Maar op de kalenders was vanaf de vijfde eeuw ook te zien hoe en wanneer de leden als deme mee moesten doen riten op polisniveau.

Het lidmaatschap van de phyle bracht na Kleisthenes ook religieuze en cultische verplichtingen met zich mee. Iedere phyle kreeg door het Orakel van Delphi tien mythologische helden gekozen die hun naam verleenden aan de nieuwe phylai. Helden, goden en gesneuvelde soldaten werden niet langer lokaal of op familiebasis herdacht, maar door de hele phyle.

Ook deelname aan sportwedstrijden ging na 508 v. Chr. steeds meer op phyle-basis. De festivals bestonden vaak al veel langer, maar Atheners namen opeens deel met hun phyle. In optocht liepen ze er samen heen, trainden samen en, als ze wonnen, deelden ze de prijs. En dan te bedenken dat deze mensen vóór 508 v. Chr. vrijwel niets met elkaar te maken hadden gehad.

Bron:

Sara Wijma, Democratie, burgerschap en religieuze participatie. Hoe de mannen van de Atheense democratie burgers leerden zijn. Tijdschrift voor Geschiedenis, 126e jaargang, nummer 2, p 170-181.