Naar de content

De geschiedenis van Sint-Nicolaas

Afbeelding van Sint Nicolaas in een glas-in-loodraam van de Saint Nicholas Catholic Church in Zanesville, Ohio.
Afbeelding van Sint Nicolaas in een glas-in-loodraam van de Saint Nicholas Catholic Church in Zanesville, Ohio.
Wikimedia Commons, Nheyob via CC BY-SA 4.0

Om drie arme zusjes van de prostitutie te redden, gooide Sint-Nicolaas drie beurzen met geld door het raam. Zo konden de meisjes toch nog trouwen. Onze taai-taai poppen en chocolademunten verwijzen naar dit verhaal. De verering van de heilige bisschop Sint-Nicolaas kent een lange traditie.

Of Sint-Nicolaas echt bestaan heeft is niet geheel zeker, maar er is een gerede kans. De historische figuur die model zou hebben gestaan voor de Nederlandse Sinterklaas werd volgens de overlevering ongeveer 270 na Christus geboren in de havenplaats Patara in de Griekse provincie Lycië in Klein-Azië (het huidige Turkije). Zijn Griekse naam Nikolaos betekent zoveel als ‘overwinnaar van het volk’. Hij werd bisschop van Myra en zou zijn overleden op 6 december 340.

Tijdens zijn leven zou hij onder meer Jeruzalem bezocht hebben. Over zijn daden als bisschop gingen al snel wonderlijke verhalen rond die pas eeuwen later werden opgeschreven. Hij werd heilig verklaard door de Grieks-katholieke kerk en in 550 werd de eerste kerk aan hem gewijd in Istanbul, dat toen nog Constantinopel heette. De oudste en belangrijkste levensbeschrijving van Sint-Nicolaas, voorzien van een flink aantal wonderen, stamt uit ca 800.

Europa in

De eerste levensbeschrijving van Sint-Nicolaas uit 800 vormt de basis voor latere versies waaronder de zeer populaire legendenverzameling Legenda Aurea (gouden legenden) van Jacobus de Voragine, daterend uit ca. 1300. Het boek werd in heel Europa gebruikt.

Veel van deze verhalen hebben hun sporen nagelaten tot aan de dag van vandaag. In een van de bekendste verhalen redt Nicolaas drie arme meisjes van de prostitutie door anoniem drie beurzen met geld naar binnen te gooien. Zo kunnen ze toch een eerzaam huwelijk sluiten. Op basis van dit verhaal werd Sinterklaas ook gezien als beschermheilige voor jongeren die een goed huwelijk zoeken. Dit leidde later weer tot de zogenaamde ‘vrijers’ van taai-taai. De beurzen met geld echoën na in de hedendaagse chocolademunten.

Schilderij van Fra Angelico: 'Het verhaal van Sint Nicolaas'.

Veertiende eeuwse schildering van Fra Angelico over het leven van Sint-Nicolaas. Links is Sint-Nicolaas als pasgeborene afgebeeld: het verhaal ging dat hij al direct kon staan en God dankte voor zijn geboorte. In het midden zie je Sint-Nicolaas prediken in Myra. Rechts het verhaal van de drie arme zusjes en het geld dat Sint-Nicolaas hen geeft.

Schilderij door Fra Angelico (1395-1455), Wikimedia Commons uit collectie Het Project Yorck (Directmedia Publishing GmbH) via CC0

In een andere legende kalmeerde de heilige een woedende zee. Dit vormt de bron van zijn patronaat van zeelieden en schipbreukelingen en verklaart waarom vele Nicolaaskerken en kapellen aan zee gelegen zijn. Het verklaart ook waarom hij bij Nederlandse intochten per schip aankomt. Van later datum is het verhaal over een miraculeuze redding van drie geslachte en ingezouten scholieren, waarmee Sint-Nicolaas beschermheilige werd van scholieren.

Kinderfeest

Nicolaas werd een van de meest geliefde katholieke heiligen in de Griekse en Russische kerk maar rukte vanuit Italië op door West-Europa en bereikte zo ook de Nederlanden. Rond 1200 was zijn verering vrij algemeen onder scholieren, huwbare jongeren, zeelieden, reizigers en kooplieden. Er werden tal van Nicolaaskerken gesticht en veel jongens werden naar hem vernoemd. Als onderdeel van die verering werd zijn sterfdag gevierd, op 6 december. Vaak werd een sterf- of naamdag gevierd vanaf de avond eraan voorafgaand. Zo werd 5 december sinterklaasavond. Met name scholieren vierden het Sint-Nicolaasfeest. Soms kregen ze een dag vrij en geld.

Maar in de Middeleeuwen vonden méér feesten plaats in december. In het kloosteronderwijs ontstond in de dagen na kerstmis de traditie van ‘de omgekeerde wereld’, waarin kinderen voorrechten kregen die ze anders niet hadden. Een jongen werd gekozen tot jongensbisschop en de kinderen werden getrakteerd. Dit groeide uit tot het feest van de Onnozele (= onschuldige) Kinderen, dat gevierd werd op 28 december.

In de dertiende en veertiende eeuw ging de verkiezing van kinderbisschop samenvallen met de jaarlijkse Nicolaasfeestdag op 6 december, dat zo versmolt met onnozele kinderendag. Het feest had typisch christelijk-middeleeuwse elementen, zoals de wonderbaarlijke verschijning, de combinatie van straffen en belonen, en het toetsen van kennis van de bijbel.

Sint duikt onder

In het begin van de zestiende eeuw werd het Nicolaasfeest in grote delen van West-Europa gevierd. De scheuring in de kerk ten tijde van de reformatie in de zestiende eeuw had echter grote gevolgen voor de rol van katholieke heiligen in het algemeen en dus ook voor Sint-Nicolaas. Befaamd is het voorbeeld van de grote hervormer Luther die eerst nog met zijn kinderen Sint-Nicolaas vierde, maar enkele jaren later cadeautjes met de kerstdagen uitdeelde.

In de Nederlanden werd Sint-Nicolaas uit kerk en kunst verbannen en de katholieke gemeente verdween min of meer uit het openbare leven tot in de negentiende eeuw. Maar het Sint-Nicolaasfeest bleef bestaan. Het werd in huiselijke kring gevierd getuige onder meer de schilderijen van (de katholieke) Jan Steen. Kinderen werden getrakteerd en er werden cadeautjes gegeven in schoen en klomp en er werd snoep gestrooid. De roe was er ook al, als opvoedkundig instrument.

In de openbaarheid bleven de sinterklaasmarkten bestaan, die van de zestiende tot aan het midden van de negentiende eeuw werden georganiseerd, voornamelijk in Amsterdam, waar Sint-Nicolaas beschermheilige was. Er werden pogingen gedaan ze te verbieden – ze zouden te rumoerig zijn en te rooms – maar voor een verbod waren ze veel te populair. Op de markten was toen ook al het lekkers dat nu nog bij Sinterklaas hoort: banketletters (een overblijfsel van vieringen in kloosterscholen), marsepein, peperkoeken en speculaas.

In de achttiende eeuw werden er prenten gemaakt waarop Sint-Nicolaas stond afgebeeld. Maar de heilige zelf was tot in de negentiende eeuw nooit ‘in levende lijve’ te zien. De bisschop was een onzichtbare aanwezigheid, die alles zag, goede kinderen beloonde en stoute kinderen strafte, een strenge, abstracte kindervriend, die in zijn eentje door het leven ging.

Dit artikel is een publicatie van Sinterklaas Overzee